Schrijven is een ambacht dat je niet na de beroemde 10.000 uur (Uitblinkers! Piek!) onder de knie hebt. Evenmin is goddelijke ingeving een deus ex machina. ‘Schrijven is om negen uur ‘s ochtends aan je bureau gaan zitten en daar blijven totdat het op papier staat’, aldus W.F. Hermans. Simon Vestdijk had weer zo zijn eigen methode: hij zette de stofzuiger aan en had een enorm oeuvre geproduceerd toen ie die weer uitzette.
Maar zo simpel is het hoe verleidelijk simpel dat klinkt natuurlijk ook weer niet. Gelukkig zijn er doorgewinterde schrijvers die aspirant schrijvers van de nodige tips & trucs voorzien. Voor zover het fictie betreft dan, schrijft Marc Buelens in zijn boek Slimme non-fictie schrijven, wie zich begeeft op het terrein van non-fictie moet het allemaal zelf maar uitzoeken. En het resultaat is daar dan ook regelmatig naar. Te vaak kreeg deze Belgische auteur boeken onder ogen waarvan hij zich afvroeg waarom de uitgever niet heeft ingegrepen. Of waarom dat boek sowieso het licht moest zien. En dat bracht hem op het idee een boek te schrijven over de do’s en don’ts bij het schrijven van non-fictie.
Vooral de dont’s zijn naast herkenbaar zeer leerzaam. De do’s zijn eigenlijk nogal obligaat: goed voorbereiden, beginnen, volhouden, schrappen en weer schrijven, en tot slot, eindigen. De veel gemaakte fouten dus, daar gaat het even om. Nogal eens blijkt een boek niet meer dan een uitgeschreven powerpoint presentatie. Maar dat is echt te simpel. Waar voor een voordracht relatieve eenvoud vereist is, wint een boek aan kracht door diepgang. Lezen kent een andere spanningsboog. Dan zijn er nogal wat auteurs die hun eigen ervaring na verloop van tijd zijn gaan zien als een waarlijk geweldige methode. Deze veel voorkomende methode staat te boek als de ‘methode gezond verstand’ maar blijkt bij nadere beschouwing net zo bedrieglijk als dat gezonde verstand, zo weten we sinds Ons feilbare denken van Daniel Kahneman. Om dat idee kracht bij te zetten, wordt getracht dat ontsproten grote idee met allerlei onderzoeken te onderbouwen, maar zo werkt het natuurlijk niet. Ook komt het regelmatig voor dat auteurs verzuimen hun bronnen te vermelden. Vriendelijk gezegd, want grafieken, modellen en hele passages worden (al dan niet geparafraseerd) ‘anoniem’ overgenomen. Dat maakt het onmogelijk om de deugdelijkheid van het grote idee te checken, en het is ook nog eens plagiaat. In het verlengde hiervan nog maar even een simpel advies: check altijd de originele bron, anders is de kans groot dat je onwaarheden als ‘70% van alle veranderingen mislukt’ gaat debiteren.
Tot slot een paar observaties uit het veld. Allereerst de obligate voorbeelden, altijd maar Buurtzorg, Coolblue, of Google. Legendarisch is Sinek’s Begin met het Waarom dat maar een voorbeeld heeft: Apple. Gebrek aan focus komt de leesbaarheid ook niet ten goede. Sommige auteurs willen zo veel vertellen dat ze zichzelf overschreeuwen. Beter is het dan om een tweede boek te schrijven. Tot slot: kom snel to the point. Ik heb zelf eens een boek in handen gehad dat pas op de helft prijsgaf waarover het nou eigenlijk ging, de voorafgaande pagina’s gingen over waar het boek allemaal niet over ging. Zeg wat je gaat doen, en doe dat dan ook. Misschien is dat wel het belangrijkste advies.
(Lees hier een introductie op de vijf boeken die samen de shortlist vormen aan u voorgesteld, stuk voor stuk boeken die de toets der kritiek van Marc Buelens kunnen doorstaan.)
Over Pierre Pieterse
Pierre Pieterse was tot februari 2022 hoofdredacteur van Managementboek Magazine.