De bouwsector wordt hard geraakt door de crisis. Bouwgigant Heijmans maakte op 13 november bekend dat het de komende periode niet meer kan voldoen aan de voorwaarden die de banken hebben gesteld aan de leningen van het bedrijf. Op de beurs kelderde het aandeel Heijmans met bijna 20 procent.
Volgens het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB) zal de bouw van nieuwbouwwoningen de komende twee jaar met 18 procent afnemen. Ook in de utiliteitsbouw zijn de vooruitzichten somber. Daar wordt de komende jaren een daling van het bouwvolume voorzien van gemiddeld 7 procent. De gehele sector zal volgens het EIB 12 procent inleveren. 20.000 voltijdbanen gaan verloren. En de bouw had het toch al niet makkelijk. De sector worstelt met slinkende marges en stijgende kosten. Moeten we nu medelijden hebben met de bouwers?
Voorzitter van Bouwend Nederland Eelco Brinkman vindt van wel. Hij pleit voor een tijdelijk verlaagd btw-tarief en voor de oprichting van een fonds waaruit tegen een aantrekkelijke rente leningen kunnen worden verstrekt voor de bouwsector. Begrijpelijk, maar het neemt niet weg dat de bouw haar kwetsbare positie voor een groot deel aan zichzelf te danken heeft.
Niet voor niets is Heijmans het zwaarst getroffen. Lang voordat de kredietcrisis de kop opstak, verkeerde het bedrijf in de problemen. Een van de oorzaken is de ongezonde opdrachtportefeuille van de Nederlandse bouwdivisie die in voorgaande jaren bouwprojecten heeft aangenomen tegen veel te lage prijzen. Door een sterke stijging van de materiaal- en personeelskosten zijn de marges op deze projecten flinterdun. Soms moet er geld bij. Daarnaast kampt Heijmans al jaren met falend projectmanagement waardoor projecten forse vertragingen op hebben gelopen. Tel daarbij op dat Heijmans een van de meest prominente zondaars was in de bouwfraudezaak van 2003 (die door het bedrijf, nog steeds in ontkenningsfase, consequent wordt aangeduid als ‘de bouwkwestie’) en je ontkomt niet aan de indruk dat er iets mis is met het management van de bouwgigant.
Heijmans onderscheidt zich in negatieve zin van zijn concurrenten, maar de problemen waar het concern mee worstelt, zijn niet uniek. Heijmans boekte in 2007 een mager bedrijfsresultaat op omzet van 2,4 procent, maar Nederlands grootste bouwbedrijf BAM deed het met 3,8 procent niet veel beter. Strukton kwam zelfs niet verder dan 2,2 procent - en dat in een jaar waarin de orderportefeuilles nog goed gevuld waren.
‘Something is rotten’ in de bouw. De dunne marges, de bouwfraude, het falende project- en risicomanagement (een voorbeeld: bouwprojecten bij de overheid overschrijden het budget met gemiddeld 35 procent): het is niet los van elkaar te zien. De heersende bedrijfscultuur in de bouw is er een van diep wantrouwen. Bouwers zijn gewend om elkaar - en klanten - het vel over de oren te trekken. Dat wantrouwen gaat extra wringen nu de schaal van bouwprojecten steeds groter wordt en bouwers meer dan vroeger met elkaar en met opdrachtgevers moeten samenwerken. De broodnodige procesinnovaties krijgen hierdoor maar heel langzaam vorm.
In het onlangs verschenen boek En nu doorpakken! wordt geschetst hoe de bouw haar gedrag kan veranderen. De auteurs (André Nijhof, Edgar Karssing, Raoul Wirtz en Theo de Bruijn) richten zich vooral op methodes om ‘verantwoord gedrag’ en integriteit te bevorderen ter voorkoming van misstanden. Lenny Vulperhorst beschreef in zijn boeken 'Verzwegen ondernemingen' en Hebzucht in vastgoed al eerder hoe de bedrijfscultuur en de organisatiestructuren in de bouw hebben bijgedragen fraudulent gedrag in de hand werken.
De zelfregulerende initiatieven die de sector tot nu toe heeft genomen, zoals de oprichting van de Stichting Beoordeling Integriteit Bouwbedrijven (SBIB), zijn onvoldoende. Ook de goedbedoelde pogingen van de in 2004 opgerichte Regieraad Bouw om transparantie en innovatie te stimuleren, lijken maar weinig zoden aan de dijk te zetten. De auteurs van En nu doorpakken! wijzen terecht op de verantwoordelijkheid van de bedrijven zelf. Die moeten een ‘richtinggevend kader’ ontwikkelen als eerste stap op weg naar gedragsverandering. Zo’n kader mag niet blijven steken in loze kreten, maar moet met woord en daad worden uitgedragen door de leiding van het bedrijf, en van daaruit doorsijpelen in de rest van de organisatie.
Dat het nodig is, blijkt eens te meer uit een onderzoek van innovatieadviesbureau The Bridge, dat op 23 november werd gepresenteerd. De adviseurs concluderen dat de bouwsector achter loopt bij het invoeren van innovaties. Vernieuwing gaat er moeizaam en goede ideeën blijven op de plank liggen. Door de kleine marges heeft het verlagen van kosten prioriteit. En zo houdt de bouw zichzelf in een verstikkende houdgreep. Het is te hopen dat het daaruit weet los te breken, anders zal deze crisis niet de laatste zijn.