In zijn vorige boek Innovatieroutine beschreef Dany Jacobs tien disciplines waarin organisaties zich kunnen bekwamen en waarmee ze de kans op succesvolle, herhaalde innovaties aanzienlijk kunnen vergroten. Die disciplines presenteerde hij als evenzoveel geboden, variërend van ‘Vertrek vanuit een strategisch concept en een sterk bedrijfsmodel’ via ‘Leer van reële getallen’ en ‘Zoek de beste mensen’ tot ‘Scherp uw focus en commitment’. In MAAK er meer van past Jacobs die inzichten toe op de maakindustrie. Hij schreef het samen met Ben Dankbaar en Frank Pot, in opdracht van de Stichting Industriebeleid en Communicatie. Die houdt ook de bijzondere leerstoel Industriële ontwikkeling en innovatiebeleid in stand die Jacobs bekleedt aan de Universiteit van Amsterdam.
Jacobs heeft een scherp oog voor de verdiensten van de maakindustrie. Hij vindt het een vergissing om te denken dat die in onze moderne kenniseconomie geen toekomst meer heeft. Integendeel, zegt hij, het is een ontzettend productieve sector en die productiviteit wordt nog steeds hoger. Ook in deze tijden van recessie. Er zijn steeds minder mensen nodig en zelfs steeds minder geld om meer en betere producten te maken. In de statistieken lijkt het daardoor al gauw alsof het belang van de maakindustrie afneemt. De indruk ontstaat dan dat de sector het wel niet zal redden, terwijl het er eigenlijk heel goed mee gaat. Weliswaar moeten de honderden bedrijven en bedrijfjes die samen de maakindustrie vormen hard concurreren met het buitenland maar dat helpt alleen maar om hen scherp te houden, aldus Jacobs.
Mikte Jacobs met ‘Innovatieroutine’ op het midden- en grootbedrijf, met ‘MAAK er meer van’ richt hij zich juist tot het kleinbedrijf dat zijn concurrentiekracht wil versterken. ‘Een van de grootste uitdagingen voor de kleine ondernemer is om een middelgrote te worden,’ zegt hij in een interview met Manager en Literatuur dat in augustus verschijnt, ‘vergelijkbaar het met de puberteit waar kinderen doorheen moeten.’ Aan de ene kant wil Jacobs ondernemers in het kleinbedrijf verleiden om te groeien. Aan de andere kant wil hij hen ook manen tot voorzichtigheid. ‘Er zijn immers heel wat voorbeelden van bedrijven die in zo'n fase letterlijk kapot groeien.’
Een prima strategie om als klein maar veelbelovend bedrijf door die puberteit heen te komen is om meer van hetzelfde te gaan doen. Dat klinkt niet echt spectaculair, maar het werkt wel. Een productieproces zo verbeteren dat je met dezelfde middelen meer producten kunt maken, extra diensten gaan verlenen in aansluiting op de producten die je verkoopt, je afzetmarkt vergroten door er een aanpalend gebied bij te pakken. ‘Je melkkoeien beter melken’ noemt Jacobs dat.
Het bijzondere van ‘MAAK er meer van’ is dat het niet in de studeerkamer tot stand is gekomen maar in nauwe samenwerking met de doelgroep. De Stichting Industriebeleid en Communicatie huldigt het loffelijke standpunt dat ondernemers vooral voor zichzelf moeten zorgen en zo weinig mogelijk bij de overheid meten aankloppen. Natuurlijk heeft de overheid een rol te spelen, zeker op internationaal vlak. Maar ondernemers kunnen zelf ook heel veel doen. Ten eerste door hun bedrijfsvoering te versterken en ten tweede door samenwerking te zoeken met collega’s en gezamenlijke initiatieven te ontplooien. Helemaal in die geest werd het boekje voorbereid via een aantal workshops en regiobijeenkomsten met mensen uit de maakindustrie.
De rol van de auteurs bij de totstandkoming van ‘MAAK er meer van’ was om de ideeën die uit die sessies naar voren kwamen te verbinden met inzichten uit de bedrijfskundige literatuur, en dat vervolgens zo heler mogelijk zo helder mogelijk te presenteren. Het resultaat werd vervolgens nog eens voorgelegd aan een aantal ondernemers, die het concept van kritisch commentaar voorzagen. De uitgever (Pearson Education) en de vormgever (Jorine Goenhuizen van Casa Verde) maakten er vervolgens een handzaam geheel van dat dankzij een slimme opmaak niet alleen heel toegankelijk oogt maar dat ook echt is.
‘MAAK er meer van’ is opgebouwd uit tien hoofdstukken die elk een aspect behandelen van de bedrijfsvoering in de maakindustrie. Wie het van voor tot achter doorwerkt leert zijn eigen bedrijfsmodel kritisch te bekijken, een SWOT-analyse te maken, na te denken over zijn dromen en ambities, en de volgende stappen in kaart te brengen. Daarbij besteden de auteurs terecht ook veel aandacht aan de benodigde investeringen in mensen en middelen. Dat laatste zal voor veel lezers het effect hebben van een stevige ‘reality check’, want zeker nu stellen banken en investeerders hoge eisen aan ondernemers.
Over Pierre Spaninks
Pierre Spaninks (Eindhoven, 1955) was tot zijn pensionering in 2021 zelfstandig professional in journalistiek en communicatie. Hij kreeg landelijk bekendheid als ZZP-expert. Voordien had hij gewerkt in het hoger onderwijs en de consultancy. Hij studeerde Tekstwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en volgde op Harvard het Senior Manager in Government Program. Tegenwoordig legt hij zich toe op de Egyptologie.