Bij het horen van het woord ‘innovatie’ denken we vaak aan nieuwe producten, uitgevonden door mensen in witte laboratoriumjassen: de eerste antibiotica, de eerste videorecorder, of de eerste RFID-chip. Maar naast zulke radicale, technologiegedreven innovaties zijn er ook talloze niet-technische innovaties die eerder een klein maar betekenisvol stapje zijn in de ontwikkeling van een product of proces: de TomTom voor fietsers en wandelaars, het six-pack, of de kilometerheffing.
Als dat eenzijdig technische beeld van innovatie alleen maar in de media bestond, zou het geen probleem zijn. Maar ook in het bedrijfsleven zelf, in managementopleidingen en in het overheidsbeleid overheerst het beeld van fundamentele technologische doorbraken die het resultaat zijn van in wezen onbestuurbare, door toeval beheerste processen.
Door breder naar innovatie te kijken en ook oog te hebben voor kleine en niet-technische innovaties krijgen we een veel completer beeld. Dan zien we de onderliggende structuren van innovaties, de terugkerende patronen, de factoren die de kansen op succes vergroten. En dan kunnen we daarvan leren.
Dat is althans de boodschap van Dany Jacobs en Hendrik Snijders in hun boek Innovatieroutine. In opdracht van de Stichting Management Studies onderzochten zij tweeëntwintig innoverende organisaties die niet eenmalig succesvol zijn gebleken met innoveren maar steeds weer opnieuw. Ook tot hun eigen verrassing kwamen zij daarbij tot de conclusie dat die organisaties iets gemeenschappelijk hebben wat hun succes verklaart. Zij beheersen een tiental disciplines als gevolg waarvan zij het proces van innovatie kunnen besturen. Dat maakt succes nog steeds niet vanzelfsprekend, maar wel een stuk waarschijnlijker.
Dany Jacobs en Hendrik Snijders hebben allebei een lange staat van dienst in het in onderzoek naar innovaties en innoveren. Jacobs eerst als onderzoeker/adviseur bij TNO, later als hoogleraar strategisch management in Groningen, nu als lector kunst, cultuur en economie bij de hogescholen HAN en ArtEZ in Arnhem en als hoogleraar industriële ontwikkeling en innovatiebeleid aan de Universiteit van Amsterdam. Snijders was ondermeer onderzoeker bij de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid en is nu docent bij de Rijksuniversiteit Groningen.
Het bijzondere van ‘Innovatieroutine’ is dat Jacobs en Snijders het hebben opgehangen aan tweeëntwintig bedrijven en instellingen die actief zijn in heel verschillende sectoren, van de high tech tot kunst en cultuur - en dat die verschillen er in feite niet toe doen. Het grootste onderscheid binnen de onderzochte groep is dat tussen organisaties met en organisaties zonder een aparte innovatie- of ontwikkelafdeling. Tot de eerste groep behoren bijvoorbeeld ASML, DSM, Shell, en Siemens. Bij de tweede komen we onder andere Achmea tegen, Albert Heijn, de Efteling en de Rabobank. Maar bij alle verschillen tussen deze bedrijven blijft een ding overeind: allemaal zijn ze er in geslaagd innovatie tot een routine te maken.
Voor al deze bedrijven en instellingen geldt dat innovatie een onderdeel is geworden van hun strategie, dat ze er doelstellingen voor hebben geformuleerd, er ijkpunten en normen aan hebben gehangen, er een systeem voor hebben ontwikkeld, er middelen aan hebben toegewezen, het in hun cultuur hebben verankerd - kortom, dat ze het hebben behandeld zoals ze elk ander bedrijfsproces ook behandelen. Ze hebben het tot een proces gemaakt dat je kunt managen. En dat werpt zijn vruchten af.
De innovatieroutine waar Jacobs en Snijders het over hebben is een manier van managen die is opgebouwd uit tien disciplines. Die moet je allemaal beheersen om keer op keer en met succes je processen, je producten en je dienstverlening te kunnen vernieuwen - zodat je je klanten beter kunt bedienen en je concurrenten het nakijken geeft. Jacobs en Snijders formuleren die disciplines als evenveel geboden: vertrek vanuit een strategisch concept, gebouwd op een sterk bedrijfsmodel, wees maatschappijgericht, wees klantgericht, wees ambitieus en durf wat, ontwikkel door, leer van reële getallen, zoek de beste mensen, creëer een open cultuur, bouw sterke netwerken, en ten slotte nummer tien: scherp uw focus en commitment.
Zo kort door de bocht geformuleerd klinken deze geboden al gauw als tegeltjeswijsheden, maar Jacobs en Snijders werken ze allemaal heel gedetailleerd en elegant uit, op basis van relevante cases en de nodige theorie. Dat maakt ‘Innovatieroutine’ tot een even overtuigend als belangrijk boek, waar niet alleen managers maar ook opleiders en beleidsmakers hun voordeel mee kunnen doen.
Over Pierre Spaninks
Pierre Spaninks (Eindhoven, 1955) was tot zijn pensionering in 2021 zelfstandig professional in journalistiek en communicatie. Hij kreeg landelijk bekendheid als ZZP-expert. Voordien had hij gewerkt in het hoger onderwijs en de consultancy. Hij studeerde Tekstwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en volgde op Harvard het Senior Manager in Government Program. Tegenwoordig legt hij zich toe op de Egyptologie.