Als ze in een toren mochten zitten (maar dat mag niet in de Valley) kunnen ze uitkijken op hun juwelen en kroonjuwelen: Twitter, Yahoo, Dropbox, LinkedIn, eBay maar vooral de GooglePlex en Meta-campus en de nieuwe Loop van Apple.
Zelfs Steve Jobs heeft zijn dorpsgenoten in Cupertino nooit zover gekregen om het nieuwe Apple hoofdkantoor hoog te krijgen. Het lieflijke fruitbomengebied met Palo Alto, Menlo Park, Stanford en Cupertino blijven dure dorpen zonder hoogbouw.
De mannen achter de techsector
We kennen alle grote namen die de IT, de sociale media en de duizenden appjes en functionaliteiten op onze pc’s en smartphones groot gemaakt hebben. We kennen de mannen erachter, die het risico met deze bedrijven aandurfden nauwelijks: Mark Andreessen en Ben Horowitz (a16z), Peter Thiel (Founders Fund), Yuri Milner (Tiger Global), John Doerr, Neil Chen, Jim Goetz en Roelof Botha (Sequoia) en Bill Gurley (Benchmark) om er slechts een paar te noemen. Welcome to the Power Law: ‘The rewards for success will be massively greater than the costs of honorable setbacks.’
Opkomst
The Power Law -Venture Capital and the Making of the New Future is een doorwrocht en goed geschreven geschiedenis van de invloed van met name Venture Capitals (in mindere mate business angels en hedge fonds) bij de opkomst van de high tech-sector in de jaren ’60, de opkomst van Silicon Valley als werelds nummer 1 tech-hub vanaf de jaren ’80 en de introductie van risicodragend kapitaal bij de opkomst van de digitale revolutie in China. Voor de wat oudere lezer is het ook een stukje geschiedenis en herkenning.
Intel
De eerste kleine Venture Capitals kwamen op aan de Oostkust in Amerika in de jaren ’60, toen met name hardwarebedrijven kapitaal nodig hadden om te groeien. Eén van deze bedrijven was Fairchild Camera and Instrument. Aan de andere kant van Amerika, waren medewerkers van Fairchild in Stanford ontevreden over het management en de richting waarin het bedrijf zich ontwikkelde. Zij zagen andere mogelijkheden met de chips die ze voor Fairchild ontwikkelden. In 1968 pleegden ze een coupe en vonden Arthur Rock bereid om hun nieuwe bedrijf, Intel, te financieren. Intel had dit geld nodig omdat zij dit niet van een bank konden krijgen. Het gebied waarin zij opereerden, de halfgeleiders, was innovatief en veel te risicovol voor ‘normale’ kapitaalverschaffers. Onderpanden waren ook niet te geven... Rock verzamelde 2,5 miljoen dollar, een immens bedrag voor die tijd, en deed zo de eerste investering als Venture Capital in Silicon Valley. (Lees meer over de boeiende geschiedenis van Intel en the Valley in Intel Trinity. Er is ook een zeer interessant driedelige DWDD University met Alexander Klöpping over de ontstaansgeschiedenis van Silicon Valley.)
De jaren '70
In de jaren ’70 verschoof het Venture Capital-domein naar Silicon Valley waar eerst hardware en daarna softwarebedrijven start- en groei kapitaal nodig hadden. Sand Hill Road werd de hotspot waar met een goede pitch miljoenen (en later miljarden) te halen viel. Het effect: in de top tien van ’s werelds meest waardevolle bedrijven staan Apple, Google, Tesla, Microsoft, Facebook e.d. keurig op een rijtje. Allen voorzien van kapitaal verkregen van Sequoia, Kleiner Perkins, Founders Fund, Y-combinator, Accel, Benchmark Capital en a16z. Om de belangrijkste spelers eens te noemen. Zonder hun groeifondsen, kapitaal, management en coaching bestond ruim 50% van de in de afgelopen twintig jaar gecreëerde waarde niet. Geen Facebook, geen Uber, geen Tesla, geen AirBnb etc.
De tweede fase
In de tweede fase (jaren ’80 – 2000) was het beschikbare geld voornamelijk opstartkapitaal. Venture Capitals hanteerden verschillende modellen om met de start-ups en oprichters om te gaan. Soms dwongen ze een bestuurszetel af, namen een managementrol in of zochten in hun grote netwerk naar kandidaten voor sales- en andere topfuncties. Uiteraard was het doel het risico op een complete mislukking en afwaardering van de investering te voorkomen. Andere modellen die in de loop der jaren geïntroduceerd werden waren aandelen en opties op aandelen voor medewerkers. Hiermee konden hoogwaardige managers en techneuten aan het succes van het bedrijf gebonden worden.
Zuckerberg
In de begin jaren van deze eeuw veranderde het speelveld. Veroorzaker: softwareontwikkelaar en nerd Mark Zuckerberg. Hij had een hekel aan Venture Capital. Uiteindelijk ging hij (voornamelijk zijn partner en adviseur Sean Parker) na een paar jaar overstag. Er was tot de grote bankencrisis van 2005 geld in overvloed. Kapitaal van Venture Capitals ging eerst in golven naar de hardware in de jaren ’70 en ’80, daarna de software en internet in de jaren ’90 en verspreidde zich naar mobiel en sociale media en andere app-gebieden na 2007, de lancering van de iPhone.
Y Combinator
Een andere innovatie was de oprichting van Y Combinator. Opgericht door ontwikkelaar, hacker en angel investor Paul Graham Jessica Livingston, verzorgden zij startupcoaching door zomerkampen en vrijdagmiddagborrels voor startende tech-ondernemers te verzorgen. Een startupbroedplaats. Uiteindelijk begonnen ze te investeren in de ideeën die deze leerlingen hadden. Inmiddels heeft Y Combinator in 3.000 bedrijven geïnvesteerd waaronder 25 unicorns zoals Airbnb, Stripe, Coinbase, OpenSea, Faire, Reddit, GitLab en Dropbox.
China en blitzscalen
Begin jaren ’00 startte een aantal Venture Capitals ook in China, tot dan een nagenoeg onontgonnen IT-gebied. Amerikaans risicokapitaal ligt aan de basis van nu dominante Chinese bedrijven als Tencent, Alibaba, Didi, JD.com, WeChat etc. Inmiddels hebben de Venture Capitals hun vleugels uitgeslagen in Europa (Londen, maar Europa is een heel moeilijk gebied), India en Israël.
Facebook (nu Meta) was ook één van de bedrijven die excessief veel geld (miljarden) wist te krijgen door te blitzscalen. Het kon daarmee in een vroeg stadium van haar bestaan investeren door Instagram, WhatsApp en Oculus te kopen. Het idee kwam van de Russische investeerder Yuri Milner die gewapend met veel data het Tiger Global model introduceerde. Facebook kon veel groter groeien en werelddominantie krijgen met deze enorme kapitaalinjectie. Het tijdperk van de unicorns, startups die een marktwaarde van 1 miljard dollar overstijgen, was aangebroken.
In 2018 kreeg Uber 4,4 miljard uit een investeringsfonds om de wereldwijde taxi- concurrentie aan te gaan met Lyft en de Chinese concurrent Didi. Uiteindelijk resulteerde dit in een samengaan van Uber en Didi (die weer aandelen heeft in Lyft). Een strijd tussen concurrenten wordt vaak beslist door afspraken van en met de Venture Capitals.
Schandalen
De afgelopen jaren hebben de VC’s met dure en openbare schandalen te maken gekregen. Niet alleen de giga-investeringen in Uber zelf, maar ook de rol van oprichter en voormalig CEO Kalanick, het WeWork debacle (miljarden investeringen die afgeschreven konden worden) en de fraude van de nieuwe ‘Steve Jobs’ Elizabeth Holmes van biotech bedrijf Theranos. (Bekijk The Dropout op Netflix over ontstaansgeschiedenis en ondergang van Holmes). Ze haalde miljoenen op en kreeg sterrenstatus, maar alles was gebaseerd op gemanipuleerde testresultaten. Dat is het risico voor de Venture Capital. Maar geen medelijden, tegenover dit debacle (een zero) staan tientallen investeringen die miljarden genereren.
Harde noten
Aan het eind van het boek kraakt de auteur Mallaby nog wel wat harde noten. De dominantie van blanke mannen in de Venture Capital-wereld, en daarmee in het management en de raden van bestuur van de bedrijven, is te groot. Er is een kleine groep Aziatische partners. Vrouwen ontbreken meestal. Onderzoeken laten zien dat bedrijven die met hulp van Venture Capital-fondsen gestart zijn tussen 1995 en 2019 inmiddels 47% van niet financiële beursintroductie vertegenwoordigen en 76% van de totale beurswaarde. En ze vertegenwoordigen maar 1% van totaal gestarte bedrijven in Amerika in deze periode.
Over Bertrand Weegenaar
Bertrand Weegenaar is als hogeschooldocent HBO-ICT werkzaam op Windesheim. Zijn voorliefde ligt bij de onderwerpen strategie, marketing, geschiedenis; biografieën en internet; e-business.