Ik wilde Transklasse graag lezen omdat ik zelf een vergelijkbare achtergrond heb, ook een reis maakte van de ene klasse naar de andere. Ik was benieuwd naar de verhalen van anderen én naar meer wetenschappelijke noties uit de context. En daarin ben ik absoluut niet teleurgesteld. Het is een goed gevuld boek, zowel van binnenuit, Schuijts persoonlijke ervaring, als vanuit de helikopter, met analyses en beschouwingen. En die twee prettig leesbaar gemengd.
Levensloop
In Transklasse. Leven in twee werelden neemt Lenette Schuijt ons mee langs de levensloop van de transklasse. In het eerste hoofdstuk legt ze een stevige basis voor het begrip transklasse, factoren die van invloed zijn op sociale verschillen en sociale migratie, en haar eigen ervaringen. Via school en werk werkt ze toe naar een mooi slotstuk met maatschappijkritische analyse en concrete aanbevelingen voor de toekomst. Een feest der herkenning.
Transklasse en de klassenmaatschappij
In het eerste hoofdstuk neemt Schuijt ons eerst mee in haar zoektocht naar een geschikte term: hoe noemen we de mensen die deze beweging maken? Uiteindelijk komt ze via Marx en Bourdieu bij de Franse filosofe Chantal Jacquet, die het begrip transklasse introduceerde. Daarmee verschuift de focus van oud of nieuw milieu naar het proces van de verschuiving. Het gaat niet om het vertrek uit de sociale klasse van afkomst, een transklasse behoudt namelijk iets van het milieu van herkomst. En ook niet om omhoog als doel op zich, maar als mogelijk resultaat van dat proces. Vervolgens werkt ze een veelheid van factoren uit, binnen de persoon en er omheen, en plaatst deze ook in een historisch perspectief. Daarmee is de heterogeniteit helder: iedere transklasse heeft zijn of haar eigen proces.
In het tweede hoofdstuk, ‘Besef tot een klasse te behoren’, werkt ze het klassenbegrip uit, waarbij Bourdieu een belangrijke bron blijkt. Ze vermengt een veelheid sociologische concepten uit de literatuur met harde onderzoeksgegevens over klassen en migratie daartussen, met hier en daar een persoonlijke observatie of nadere invulling. Hoewel de redenering goed te volgen is, is me niet altijd duidelijk of het dan gaat om haar opvattingen of om een resultaat van (kwalitatief) onderzoek,op basus van alle interviews die ze heeft afgenomen. Maar na deze twee hoofdstukken heeft ze een goede basis om de verschillende levensfasen uit te werken.
School en werk
In het onderwijs blijkt de invloed van school, leraren, medeleerlingen en schoolsysteem van belang. Illustratief is het voorbeeld waarin ze van studie verandert. Van Frans in Leiden naar Andragologie in Amsterdam, en er dan achter komt dat ze deel uitmaakt van de arbeidersklasse die ze daar bestudeert. Werken doet de transklasse al van jongs af aan. Omdat dat normaal is, en soms ook uit bittere noodzaak. Als gevolg van ‘de spreidstand’ komt de transklasse goed tot zijn recht in functies waarin verschillen tussen sociale groepen overbrugd moeten worden. Ze geeft een ruim beeld van kwaliteiten van transklasses, inclusief de nadelige, en illustreert dat met eigen voorbeelden en die van mensen die we allemaal kennen.
Het pittige pad van de transklasse
Loskomen van het milieu van herkomst, invoegen in het nieuwe milieu, en in twee milieus tegelijk staan. Het loskomen blijkt een moeilijk en vaak pijnlijk proces, maar arriveren en integreren in het nieuwe milieu is ook al geen vanzelfsprekendheid. Je kent immers alleen de vanzelfsprekendheid van het leven in de klasse waar je vandaan komt. En dan kom je als vanzelf bij schaamte: over het oude milieu en hoe je je daartoe verhoudt, en over jezelf in het nieuwe milieu. De effecten van die schaamte legt Schuijt haarfijn uit, en de enige remedie blijkt (volgens Brené Brown) empathie. Omarm de schaamte als deel van je identiteit.
Identiteitsvorming is voor de transklasse een dubbele taak. Waar het er immers om gaat onderdeel uit te maken van een sociaal systeem én tegelijkertijd een eigen identiteit te behouden, heeft de transklasse dat te doen in twee milieus. En die missie is geslaagd wanneer de transklasse die tegenstellingen in zichzelf heeft weten te verzoenen. Ik heb de indruk dat Lenette Schuijt met het schrijven dit boek een belangrijke bijdrage aan haar eigen missie heeft geleverd, maar dat zal ik haar bij gelegenheid nog eens vragen. Een missie die op een dag wellicht voltooid wordt met het schrijven, of eigenlijk: afschrijven van haar autobiografische roman, waarover ze in hoofdstuk 9 schrijft.
Hoe nu verder?
De slotbeschouwing in Transklasse laat zich lezen als een kritisch essay over de maatschappij van nu. En ze geeft een aanzet voor hoe we in de 21e eeuw kunnen denken over klasse. Gelukkig blijft het niet bij denken alleen: ze eindigt dit boek met heel concrete adviezen voor het vervolg. En de belangrijke rol die de transklasse hierbij kan vervullen.
Dit boek is voor transklasses een feest der herkenning, en voor mensen uit meer welgestelde milieus een eye-opener. Ook voor deze laatste groep een nuttig boek, aangezien zij vaker op posities zitten waar ze besluiten nemen over het milieu waar de eerste groep vandaan komt. En dan kan het geen kwaad daar wat zicht op te hebben.
Over Charles Engelen
Drs. Charles Engelen CMC faciliteert veranderprocessen op individu-, team- en organisatieniveau rond vraagstukken op het gebied van structuur, besturing en cultuur van professioneel werk, samenwerking in (management-)teams, conflicten en vertrouwenscrises, leren en ontwikkelen, persoonlijke professionele groei.