We zijn druk bezig de natuurlijke grenzen van onze planeet te overschrijden. Dat levert acuut gevaar op voor de leefbaarheid. De kans om het tij te keren wordt ieder jaar kleiner en de kosten lopen verder op. Het is de hoogste tijd om in actie te komen, vindt Willem Schramade, onderzoeker en consultant op het gebied van sustainable finance en impact investing. Onlangs verscheen zijn tweede boek: Duurzaam kapitalisme, een andere kijk op waarde.
Schramade betoogt met kracht van argumenten dat we moeten leren met een financiële bril naar duurzaamheid te kijken en met een duurzaamheidsbril naar financiën, en dat we beide geïntegreerd moeten beoordelen. Uiteindelijk gaat het hem om een andere invulling van het concept waarde: ‘Voorbij de bekende louter financiële waarde naar een bredere waarde, die naast financiële waarde ook sociale en ecologische waarde omvat. Pas als we economische activiteiten op alle drie de aspecten beoordelen, wordt duidelijk welke wel en welke niet gewenst zijn.'
‘Voor bedrijven vereist dat een verbetering in de prikkels en de informatiestromen over het sociale en het ecologische', zet hij uiteen. ‘Idealiter gaan bedrijven echte prijzen of belastingen betalen, niet alleen over hun winst maar ook over de kosten die ze wel veroorzaken maar nu niet dragen. Het moet gaan lonen om ook sociaal en ecologisch goed te presteren.' Die omslag kunnen bedrijven niet in hun eentje maken, benadrukt hij meermaals. ‘Ook overheden en financiële instellingen zullen hun steentje moeten bijdragen, en niet te vergeten: wijzelf als burgers.'
Afrekenen op waardecreatie
De eerste keer dat Schramade zijn gedachten over dit onderwerp systematisch uiteenzette was in 2018 in Principles of Sustainable Finance, een doorwrocht tekstboek dat hij schreef samen met Dirk Schoenmaker, de hoogleraar aan de Erasmus Universiteit met wie hij veel samenwerkt. Mede door de ervaringen die hij daarna opdeed in adviesopdrachten voor zulke uiteenlopende klanten als de provincie Zuid-Holland, de OECD en de World Business Council on Sustainable Development, wilde hij de brede maatschappelijke toepasbaarheid van dat verhaal verder uitwerken en toegankelijker presenteren. Daaruit is nu dus Duurzaam kapitalisme voortgekomen.
‘Het is mijn missie om waarde beter zichtbaar te maken,' vertelt Schramade in een gesprek dat vanwege de corona-maatregelen via Zoom plaatsvindt. ‘Het gaat altijd maar over de financiële waarde, die in de beurskoers wordt uitgedrukt. Maar is dat de werkelijke waarde van een bedrijf? Uiteindelijk wil ik niet alleen de beurswaarde zien maar ook de sociale waarde en de ecologische waarde. Is die negatief of is die positief?' Voor British American Tobacco zegt Schramade vrijwel zeker te weten dat de gecreëerde sociale- en ecologische waarde allebei negatief zijn. Voor DSM denkt hij dat ze positief zijn, maar wel met minnen en plussen tegenover elkaar.
Idealiter worden de ecologische waarde en de sociale waarde net zo zichtbaar als de financiële waarde en kunnen we bedrijven met elkaar vergelijken. ‘Welke doelen streeft een bedrijf na? Hoe wordt dat gemeten? Wat is de voortgang daarop? Als dat in de verslaggeving tot uitdrukking komt, kunnen beleggers en andere stakeholders inschatten hoe groot de sociale en ecologische waardecreatie - of waardevernietiging - van een bedrijf is, en het daarop afrekenen.'
Implicaties voor het bedrijfsleven
Voor ondernemers en managers zal hoofdstuk 5 het centrale deel zijn van Duurzaam kapitalisme. Daarin werkt Schramade uit welke implicaties verduurzaming van het kapitalisme precies heeft voor het bedrijfsleven. ‘Om te beginnen: uiteindelijk moeten bedrijven zich gewoon kunnen richten op waarde creëren. Dat is waar ze voor betaald worden. Maar ze moeten goed begrijpen dat hun duurzaamheid en hun verdienmodel nauw met elkaar samenhangen. Geld verdienen ten koste van de samenleving, is op den duur niet houdbaar. Omgekeerd: als je een model hebt waar de samenleving wel van profiteert maar jij zelf niet, dan is er ook iets mis.'
‘Houd rekening met het verband tussen je businessmodel en wat je nou echt aan waarde creëert voor de samenleving. Het verband tussen die twee is niet lineair. Als jij de schoonste bent binnen een vervuilende bedrijfstak, dan kun je voordeel hebben van een hoge prijs per eenheid CO2-uitstoot. Die prijs geldt dan namelijk niet alleen voor jouw bedrijf maar ook voor je concurrenten. Dan gaan jouw kosten weliswaar omhoog maar die van de concurrentie nog veel meer. Jouw winstmarge gaat dan omhoog en die van hen naar beneden.'
In die richting zou ook een uitweg kunnen liggen voor Air France KLM, denkt Schramade. ‘Als die verder gaan op een kleinere schaal maar met een duurzaamheidsvoordeel, dan kunnen ze veel winstgevender worden dan ze nu zijn. Ik zou zeggen: leg je toe op de lange afstanden, daar maak je toch al de meeste winst op, en ga voor de korte afstanden samenwerken met Thalys en Eurostar. Mensen die vanuit Düsseldorf of Brussel met jou naar Abu Dhabi willen vliegen of naar Mumbai kunnen dan met de trein naar Amsterdam komen of naar Parijs.'
Geen sinecure
Voor het bedrijfsleven zal de overgang naar een verdienmodel met een integraal waardebegrip geen sinecure zijn, realiseert Schramade zich. Die hoogstnoodzakelijke transitie kan alleen maar slagen als ook de financiële sector, de overheid én de burger hun verantwoordelijkheid nemen. ‘De financiële sector is nog steeds sterk gericht op het behalen van financiële rendementen op de korte termijn, en dwingt daardoor bedrijven tot de verkeerde dingen. Voor zover investeringsfondsen al oog hebben voor de sociale en ecologische aspecten van waarde, proberen ze dat op te lossen met ratings. De impact daarvan blijft beperkt tot het risicoprofiel voor het rendement. Met de transities die moeten plaatsvinden houden ze geen rekening, want die zitten niet in hun econometrische modellen.'
‘Ook de financiële sector al dus moeten leren kijken naar alle drie de aspecten van waarde. Pas dan zullen ze een goede inschatting kunnen maken met welke bedrijven ze wel in zee gaan en met welke niet. Dat het kan, laat Triodos Bank zien. Die pakt dat al veel beter aan dan de meeste anderen.'
Perverse prikkels
De overheid heeft een minstens zo grote rol, gaat Schramade verder. ‘Die moet zowel de bedrijven als de financiële instellingen ertoe aanzetten om goed te opereren. Maar al te vaak werken de prikkels die de overheid geeft de verkeerde kant op. Voorbeeld: de aftrekbaarheid van rentebetalingen. Daarmee stimuleer je bedrijven om vreemd vermogen aan te trekken. Maar waarom zou je dat doen, als al dat vreemd vermogen maakt dat bedrijven in een crisis harder onderuitgaan en weer bij jou moeten aankloppen voor steun?'
‘Ander voorbeeld: de btw-vrijstelling voor kerosine. Dat is een premie op vervuiling. Stop met die perverse prikkels, haal ze eruit. Probeer zo dicht mogelijk bij echte prijzen te komen. Verdisconteer daar de sociale en ecologische kosten in die nu buiten beschouwing blijven, wat de waarde van bedrijven vertekent. Gooi het belastingsysteem om, verander het ondernemingsrecht, creëer andere en betere informatiestromen, pas het stelsel van nationale rekeningenstelsel aan. Hoe dat moet, heeft Rutger Hoekstra haarfijn uitgelegd in Replacing GDP by 2030.'
Twee vooruit, een achteruit
De burger, tot slot, kan bij politieke partijen aandacht vragen voor dit onderwerp en aandringen op concrete maatregelen. Nu is het daar een goede tijd voor, zegt Schramade, met de verkiezingen voor de Tweede Kamer in zicht. ‘Zo heb je meteen invloed op het kabinetsbeleid voor de komende vier jaar.'
Al met al is er dus heel wat werk aan de winkel, voor heel veel partijen. Lukt het Schramade nog een beetje om de moed erin te houden? ‘Ik beleg in aandelen, dus ik ben een optimist. Anders zou ik wel in obligaties zitten! Maar even serieus: ik zie hoe snel dingen kunnen veranderen. Neem het voorbeeld van de Verenigde Staten dat ik in hoofdstuk 4 geef. Begin twintigste eeuw was het belastingsysteem daar nog veel ongelijker dan het nu is en betaalden de rijken echt amper belasting. Maar na de Eerste Wereldoorlog werd Roosevelt president en die trok het hoogste tarief van de inkomstenbelasting op naar wel 90%. Echt van het ene uiterste naar het andere, zo hard kan het gaan. Vaker is het natuurlijk twee stappen vooruit en een stap achteruit. Tegenvallers lopen meer in het oog dan de opstekers. Maar op allerlei plekken tref je mensen die echt wat willen doen. Je hebt maar een paar procent nodig om echt vernieuwing te krijgen.'
Over Pierre Spaninks
Pierre Spaninks (Eindhoven, 1955) was tot zijn pensionering in 2021 zelfstandig professional in journalistiek en communicatie. Hij kreeg landelijk bekendheid als ZZP-expert. Voordien had hij gewerkt in het hoger onderwijs en de consultancy. Hij studeerde Tekstwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en volgde op Harvard het Senior Manager in Government Program. Tegenwoordig legt hij zich toe op de Egyptologie.