Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Column

Hoe schrijf je een boek?

Hoe is het boek Veranderen van maatschappelijke organisaties tot stand gekomen? Het schrijven van een boek begint met een idee dat eerst moet sudderen. Daarna wordt het ploeteren, waaraan je gelukkig ook veel plezier kunt beleven. En dan vergt het doorzettingsvermogen. Het begint in elk geval met een idee…

Jaap Boonstra | 27 februari 2017 | 5-7 minuten leestijd

In mijn geval begint het schrijven van een boek met een idee. Vaak is dat een idee voor een thematiek die ik wil uitlichten. Die thematiek komt meestal uit mijn eigen werkpraktijk. Door te reflecteren op mijn werk, komen de ideeën schijnbaar vanzelf. Het idee voor het boek Veranderen van maatschappelijke organisaties ontstond spontaan. Ik vond het merkwaardig dat veel is geschreven over verandermanagement, maar nog nooit specifiek is ingegaan op het veranderen van maatschappelijke organisaties. Vanuit mijn eigen ervaring zijn die veranderingsprocessen anders dan in bedrijfsorganisaties. Ze zijn spannender en lastiger. 

Sudderen
Zo’n eerste idee moet sudderen. Dat gaat langzaam en bijna ongemerkt. Bij mij werkt het goed om juist niet aan het boek denken. Tijdens een strandwandeling komen de ideeën als vanzelf aanwaaien. Een wandeltocht door de bergen helpt mij ook goed. Het idee voor Veranderen van Maatschappelijke Organisaties was om theorie en praktijk te verbinden en de veranderingen invoelbaar te maken. Zo ontstond het idee voor drie delen. Een theoriedeel, een praktijkdeel en een reflectiedeel. Het theoriedeel bevat handvatten voor veranderaars. Al gelijk wist ik dat er een hoofdstuk in moest over het ontwerpen van organisaties. Veel maatschappelijke organisaties worden ondoordacht ingericht en dat levert onnodig gedoe op.

Het praktijkdeel bestaat uit hoofdstukken over maatschappelijke organisaties die in verandering zijn. Het idee was om organisaties te nemen waarin ikzelf een rol heb gespeeld in de verandering. Daardoor kon ik theorie en praktijk makkelijker verbinden. Ook de weerbarstigheid van veranderen zou belicht worden. Dit deel biedt bemoediging en inspiraties voor mensen in de praktijk. Elk praktijkhoofdstuk besluit met bespiegelingen waarin de relatie met de theorie wordt belicht. Over het reflectiedeel had ik nog geen idee. 

Een eerste opzet
Nadat het idee vorm had gekregen werd het tijd om een opzet uit te werken. Bij mij kent een propositie voor een boek meerdere invalshoeken:

- Wat is de inhoud van het boek?
- Waaraan wil het boek bijdragen?
- Bij welke lezersbehoeften sluit het boek aan?
- Op welke lezersgroepen richt het boek zich?
- Wat maakt het boek uniek ten opzichte van andere publicaties?
- Hoe het boek is opgebouwd?
- Hoe ziet het manuscript eruit? (omvang, illustraties, schrijfstijl)
- Welke auteurs doen mee? (tenzij je het boek alleen schrijft natuurlijk)
- Wat zijn vergelijkbare boeken en hoe is dit boek anders?
- Wat zijn eerste ideeën voor markt en marketing?

Met deze opzet kunnen gesprekken worden gestart met uitgevers. Een goede uitgever denkt al gelijk mee, tenzij ze er niets in zien natuurlijk. Maar dat kun je dan ook maar beter direct weten. 

Ploeteren
Schrijven vind ik leuk, maar het is ook ploeteren. Wat het leukt maakt, zijn de reflecties en de nieuwe gezichtspunten die ik tijdens het schrijven opdoe. Soms voelt het als opnieuw studeren. Voor de theoretische hoofdstukken heb ik veel gelezen, vooral over de vraag wat maatschappelijke organisaties uniek maakt. Ook voor het hoofdstuk over het ontwerpen van maatschappelijke organisaties moest ik opnieuw de diepte in. Tijdens het schrijven van deze hoofdstukken merkte ik dat ik veel gebruik maakte van studies van collega’s. Zo ontstond het idee om voor alle theoriehoofdstukken collega’s te vragen mee te kijken of mee te schrijven.

Bij de praktijkhoofdstukken was de gedachte dat mensen de hoofdstukken zouden schrijven die de verandering hebben doorleefd. Vaak zijn dat de bestuurders van de organisatie met een interne of externe veranderaar. Het eerste idee was dat alle hoofdstukken een vergelijkbare opbouw zouden krijgen. Dat bleek dom want alle veranderingsprocessen kenden een eigen dynamiek en het was juist de bedoeling om deze dynamiek zichtbaar te maken. De opzet van de hoofdstukken zijn doorgesproken met de auteurs. Soms is een leersessie met betrokken gehouden om samen te reflecteren op het veranderingsproces en de inzichten te verdiepen. Dit waren prachtige sessies waarbij iedereen tot nieuwe inzichten kwam. 

Doorzetten
Het eerste idee voor het boek ontstond in de zomer van 2013. Daarna heeft het een jaar gesudderd en is aan de opzet geschaafd. In de zomer van 2014 is de propositie gemaakt en zijn mensen benaderd om mee te doen. Die zomer heb ik ook de eerste drie hoofdstukken geschreven. Daarna heeft het bijna een jaar stil gelegen. Het was gewoon te druk en schrijven lukt me pas goed als ik minimaal zeven dagen aaneen kan doorwerken. In de zomer van 2015 kon ik in alle rust het theoriedeel afschrijven. Daarmee konden de auteurs van de praktijkhoofdstukken aan de slag.

Het jaar 2016 was productief. Met coauteurs zijn de theoriehoofdstukken aangescherpt. Dat leverde nieuwe inzichten op. Met auteurs van de praktijkhoofdstukken is meegedacht over de verhaallijn en de relatie met de theorie. Het was alsof we weer middenin de verandering stonden. Daar hebben we allemaal van geleerd en dat was inspirerend. 

Volhouden
Het manuscript van het theorie- en praktijkdeel lag er in de zomer van 2016. Het najaar zijn de suggesties van de uitgever verwerkt en was er tijd om het reflectiedeel te schrijven. Met het resultaat van dat laatste deel was ik zelf best tevreden, maar met suggesties van de redacteur is het veel beter geworden. Toen kwamen de correcties van de corrector die nauwgezet kijkt naar stijl en spelling. En hoe precies ik ook ben, het is schrikken hoeveel een goede corrector er nog uithaalt.

Het eerste idee was een boek van om en nabij 260 bladzijden. Dat is het dubbele geworden. De theoriehoofdstukken zijn diepgaander en uitgebreider dan eerst gedacht. En er zijn twee extra praktijkhoofdstukken toegevoegd om tot een betere afspiegeling te komen van de sector. Het reflectiedeel bestaat uit twee hoofdstukken die zijn geschreven rond het spelmodel. Dat spelmodel is een opbrengst die tijdens het schrijven is ontstaan in nauwe samenwerking met Hans Vermaak. We hebben heel wat gestoeid rond dat model totdat we allebei vonden dat het deugde. Gaandeweg is het spelmodel leidend geworden in het boek. Daarmee is een mooie samenhang ontstaan tussen theorie, praktijk en reflectie. 

Voldoening
Een boek dat net is gedrukt, waarvan je de inkt nog ruikt, geeft voldoening. Maar de echte voldoening komt pas in de maanden daarna als mensen laten weten wat ze van het boek vinden. Ik hoop dat u één van de lezers bent want alleen met lezen komt een boek tot leven.

Over Jaap Boonstra

Jaap Boonstra is hoogleraar ‘Organisatiedynamiek’ aan Esade Business School in Barcelona, hoogleraar ‘Organisatieverandering’ aan de Rotterdam School of Management, en kerndocent bij de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur. Als onafhankelijk adviseur ondersteunt hij organisaties in hun ontwikkeling. Hij schreef meerdere boeken over organisatieverandering, organisatiecultuur en leiderschap.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden