De lerende organisatie. En later zeiden ze wendbare en zelfsturende teams. Toen moesten mensen continu leren verbeteren en ‘agile' worden. Al decennia lang sleutelen we graag aan organisaties. Maar hoe vaak doven dergelijke initiatieven weer uit en blijft in de basis toch veel bij het vertrouwde? Dit komt omdat er een bepaalde ‘onveranderbare' dynamiek in organisaties huist, die maakt dat veranderingen kunnen uitdoven. Maar in die dynamiek zit ook iets krachtigs waardoor het werk als vanzelf loopt. De ‘vanzelfdynamiek' in woorden van Jan den Hollander. Elke organisatie, afdeling of team beschikt over zo'n dynamiek, waarin mensen als ‘vanzelf' samen het werk organiseren. Het is cruciaal om dit onder ogen te zien om te voorkomen dat ambities hier geen rekening mee houden. Bijvoorbeeld professioneler samenwerken en meer innoveren in een cultuur waar vrijblijvendheid heerst en waar de top positiemacht gebruikt om veranderingen af te dwingen, werkt niet.
Vanzelfdynamiek
We zijn ook ergens op het verkeerde been gezet. In tal van opleidingen zijn we opgevoed met het maakbaarheidsgeloof om eerst na te denken over de strategie, dan de structuur en ten slotte de cultuur. En hierdoor gingen we populaire managementconcepten zoals de lerende organisatie van bovenaf implementeren, zonder rekening te houden met die vanzelfdynamiek. Thijs Homan zegt niet voor niks ‘zelfsturing is het nieuwe top-down'. Daarom pleit ik voor een omgekeerde benadering. Onderken eerst de dynamiek, de cultuur en alle functionaliteit in hoe het ‘hier en nu' werkt. Daar zit leven in, anders zou het niet overleven. In dit boek gaat het niet over de organisatie als een statisch gegeven, maar als een levend organisme. Een levendig samenspel van mensen, activiteiten, structuren en interacties. Het gaat dan bijvoorbeeld niet over wat de structuur is, maar wat de structuur doet. Welk gedrag werkt de structuur in de hand? Wat maakt het logisch en lonend dat mensen bepaald gedrag vertonen? Zo ga je steeds beter kijken en begrijpen waarom ‘het werk' als vanzelf al loopt. Deze vanzelfdynamiek onderkennen maakt ambities realistischer en veranderingen haalbaarder.
De boze B's
Verwacht in dit boek geen succesformule over hoe je een lerende organisatie of zelforganisatie ‘maakt'. Dat is onzinnig, omdat je van nature al een lerende organisatie en zelforganiserend bent. Als een organisatie (over)leeft is er namelijk sprake van dat vermogen, want er is blijkbaar iets wat vanzelf leert en zichzelf organiseert, en geen sturing van hogere hand nodig heeft. Het zelforganiserende vermogen is gekoppeld aan het karakter van het werk en de mensen. Ondertussen zijn er legio praktijkvoorbeelden waarbij de organisatie een dempende dynamiek heeft en het leven eruit gaat. Hans Vermaak heeft het dan over de drie 'boze' B's: baas, beleid en bureaucratie. Zie de Belastingdienst bijvoorbeeld, met al zijn bazen, beleidsstukken en bureaucratische fabrieksprocessen om miljoenen burgers van dienst te zijn. Gecombineerd met politieke druk gaan mensen bijna feodaal gehoorzaam het beleid uitvoeren. En krijg je geheid problemen, zoals de toeslagenaffaire met honderden gedupeerde ouders die onterecht als fraudeur zijn aangemerkt. In zo'n bureaucratisch systeem gaan mensen steeds minder hun eigen verantwoordelijkheid voelen in de uitvoering van dat beleid. Zo komen de prestaties onder druk te staan. En iedereen probeert als Pilates zijn handen in onschuld te wassen en het af te schuiven op de drie ‘boze' B's. Neem het de direct betrokkenen maar eens kwalijk, zouden wij wellicht niet dezelfde fouten maken in hun schoenen?
Gezonde organisaties
In dit boek laat ik zien hoe gezonde organisaties met leven in de brouwerij iets tegendraads hebben. Ze beschikken bijvoorbeeld over een ‘toegevoegde waarde hiërarchie' die van onderaf ontstaat, zodat de organisatie niet te zwaar wordt opgetuigd. Elk niveau is gericht op wederkerigheid en bezig om waarde toe te voegen aan het niveau ‘eronder'. Leiders zijn dan niet zozeer bezig om hogerop te komen, maar om van waarde te zijn voor hun mensen en de vraagstukken die daar spelen. Want als je geen waarde toevoegt, dan werkt dat niveau dempend voor het niveau eronder en het daar aanwezige zelforganiserende vermogen. Het primaire werk staat in alles centraal en de betrokkenheid op elk niveau om van meerwaarde te zijn voor de ‘klanten'. En dan niet eens zozeer voor de klanten ‘daarbuiten', maar vooral ook voor de klanten ‘hierbinnen'. De professionals in de befaamde frontlinie, die ‘klant' zijn van de organisatie om hen heen.
Vier lenzen
In het boek beschrijf ik dat je als je de organisatie ‘levensvatbaar' en gezond wilt houden steeds door vier lenzen kijkt: organiseren, leidinggeven, sturen en samenwerken. Dit zijn randvoorwaarden zodat ‘de organisatie' van meerwaarde blijft voelen voor de mensen die elke dag van meerwaarde proberen te zijn in hun vak voor de student, de cliënt, de patiënt, de bewoner enzovoort. Je krijgt taal en tools aangereikt om als leidinggevende scherper te kijken naar hoe het nu als vanzelf loopt en waar je dient te schoffelen. Met als basisinstelling: kijk onbevangen, speel met de aangereikte aanpakken en ga ermee experimenteren. Move before you're ready is hierbij het credo. Dichtgetimmerde plannen zetten vast en je wilt juist in beweging blijven, zodat het werk, de mensen en de organisatie zich bijna als vanzelf blijven ontwikkelen.
Simon van der Veer (1981) is zelfstandig adviseur en geassocieerd aan Van de Bunt adviseurs. Hij helpt opdrachtgevers met vraagstukken die gaan over ontwikkeling van strategie, cultuur en leiderschap. De rode draad is hoe werken we aan een organisatie die niet alleen vandaag, maar ook in de toekomst voor die klant, bewoner, patiënt of student van meerwaarde blijft. Hij schreef verschillende boeken, en De Vanzelforganisatie is zijn nieuwe boek. Op 1 juni 2021 spreekt hij op het seminar 'Veranderdynamiek'.
Over Simon van der Veer
Simon van der Veer is oprichter en mede-eigenaar van adviesbureau TWST. Vanuit TWST ondersteunt hij bestuurders, managers en leidinggevenden in het oplossen van taaie vraagstukken. Tevens is hij coauteur van het populaire boek 'Animal firm'. Hij heeft een fascinatie voor alles wat werkt om ingesleten patronen die duurzame verbetering van organisaties tegenhouden, te doorbreken.
In zijn werk kijkt Van der Veer graag vanuit verschillende perspectieven naar hoe een vraagstuk oplosbaar is. In een succesformule gelooft hij niet, maar wel in een actiegerichte benadering. Niet praten óver, maar werken áán de verandering in de dagelijkse werkomgeving, door actie te ondernemen en daarvan te leren, om te blijven verbeteren.