Risicovreugde, dat is mooi woord en een mooie titel. Maar wat mogen we ons er in dit verband bij voorstellen?
Er wordt te veel energie besteed aan het neutraliseren en afwenden van bedreigingen. En naar het 'compliant' zijn. Zou het niet mooi zijn wanneer deze energie beschikbaar komt voor kwaliteitsverbetering en het realiseren van echte doorbraken? Gestuurd door verlangen in plaats van gedreven door angst! Daarom is het hoog tijd voor leiders met voorstellingsvermogen, moed en realisatiekracht. Dat alles vatten we samen met die term ‘risicovreugde’.
Tegenover risicovreugde staat... risicovrees, risico mijden? Dat heeft toch ook wel wat als habitus? Misschien niet als het verlammend wordt, maar enige prudentie lijkt me toch niet verkeerd. Waar ligt de balans, en hoe bereik je die?
Door de overheersende nadruk op risicomijding en compliance worden we faalangstige stresskonijnen, voortdurend bang om betrapt te worden op onvolkomenheden. Met mensen die vooral leren om onzekerheden uit de weg te gaan en altijd te kiezen voor de ‘veilige weg’. Dit leidt vooral tot platgetreden paden; dodelijk, juist nu de technologie zoveel nieuwe wegen opent. Daarom pleiten wij voor het actief opzoeken van de spanning tussen wens en werkelijkheid. Want in dit niemandsland vinden de grote innovaties plaats. Daarom moeten we juist nu buiten de comfortzone op zoek naar nieuwe perspectieven.
Een belangrijke term in dit verband is blijkbaar ‘Value Enhancing Leadership’. Wat is dat, en hoe verhoudt dat zich tot risicovreugde?
In Value Enhancing Leadership vangen we als het ware ons begrip risicovreugde. Het is een assessment (kwantitatief!) van moed, voorstellingsvermogen en realisatiekracht. De uitkomst ervan hangt sterk positief samen met rendement. Het geeft zeer concreet de kwalitatieve handvatten die nodig zijn voor een uitmuntende performance. Het schetst in de uitkomst de weg naar de plek waar de kwaliteit én de intensiteit van de energie in een organisatie optimaal worden aangewend.
Jullie hebben als auteurs best verschillende achtergronden. Hoe schrijven die samen een boek?
We zijn begonnen vanuit een gedeelde vraag en zorg: waarom worden de meeste bedrijven zo beroerd geleid, waarom creëren ze geen waarde en hoe kan het beter? Met als gedeeld gevoel, dat het (corporate) potentieel te vaak onderbenut blijft. De lat van alle stakeholders kan en moet veel hoger liggen. Vervolgens was ons schrijfproces een inspirerend soort tafeltennis. Tekstdelen vlogen heen en weer, werden aangepast, uitgebouwd, omgegooid, et cetera. Zo werd ook voor onszelf duidelijk hoe sterk onze vertrekpunten samenhangen en elkaar veredelen. We putten uit verschillende bronnen, en we vonden het boeiend dat ook zichtbaar te maken door allebei ons eigen literatuuroverzicht te geven.
Op welk publiek mikken jullie met dit boek, en wat hebben die lezers eraan?
We hopen een inspiratiebron te zijn voor lezers die zich willen laten provoceren en verontrusten. Gelukkig betekent ‘anders kijken’ dikwijls ook ‘meer zien’. Bijvoorbeeld meer perspectief, en minder werkdruk. Mensen die verlangen naar meer regie over hun werkleven en naar hogere resultaten, komen in ons boek volop aan hun trekken.
Het boek eindigt met een ‘saluut’ aan jullie collega's in de consultancy. Met als boodschap zorg dat je weer gaat focussen op wat de klant nodig heeft in plaats van op wat hij vraagt, en beleef daar zelf ook weer die risicovreugde aan. Waar zit hem volgens jullie voor de consultant het risico, waar de vreugde, en waar de winst?
Een echte professional doet niet wat de klant vraagt maar wat de klant nodig heeft. Of sterker nog: de klantvraag is dikwijls een symptoom van diens problematiek. Dus begint elk authentiek hulpaanbod met het verhelderen van de vraag. Helaas zien we in de praktijk te vaak dat stappenplannen, protocollen, dichtgetimmerde modellen het echte denkwerk hebben vervangen. Met mogelijk als voordeel dat ook minder gekwalificeerde adviseurs in staat zijn hoge tarieven te vragen - en de uiteindelijke zaak geen goed doen. Dit werkt cynisme in de hand, en dat hoor je ook vaak in de markt. Terecht. Vreugde moet weer gaan zitten in het nadenken, in het afdalen naar ‘root causes’ en van daaruit nieuwe grenzen opzoeken. Niet vóór een opdrachtgever maar mét een opdrachtgever. Die zijn probleem dus niet meer uitbesteedt maar het zich in co-creatie eigen maakt.
Het boek opent met een fameus gedicht, Barbarians at the Gate. Wat hebben jullie daarmee, wat willen jullie ermee zeggen?
Vaak wordt er verontwaardigd geklaagd dat er private equity partijen op de deur van Nederlandse bedrijven kloppen. Die worden dan betiteld als ‘barbaren’. Het gedicht schetst de duiding dat barbaren ook energie kunnen brengen. En wij stellen dat je in feite het beste zelf ‘je eigen barbaar’ kunt zijn. Als je zelf zorgt dat je over-performt, komt er niemand aan de deur om het beter te doen.
Over Pierre Spaninks
Pierre Spaninks (Eindhoven, 1955) was tot zijn pensionering in 2021 zelfstandig professional in journalistiek en communicatie. Hij kreeg landelijk bekendheid als ZZP-expert. Voordien had hij gewerkt in het hoger onderwijs en de consultancy. Hij studeerde Tekstwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en volgde op Harvard het Senior Manager in Government Program. Tegenwoordig legt hij zich toe op de Egyptologie.