Tuinstra beantwoordt in zijn boek de volgende drie vragen: 1. Wat is in China anders dan wij denken en verwachten? 2. Wat gebeurt er met onze eigen normen en waarden in een Chinese omgeving, een samenleving die sterk afwijkt van de onze? 3. Hoe verandert China? Het voor mij meest interessante hoofdstuk geeft inzicht in de manier waarop de macht is georganiseerd. Westerlingen denken dat China top-down bestuurd wordt, waarin Peking wet- en regelgeving uitvaardigt die gehoorzaam gevolgd wordt. In de praktijk blijkt dat er over de uitvoering van wetten nog te onderhandelen valt. China kent een zestal functionele pilaren (xitongs) die verticaal door de samenleving lopen, van Peking in de staatsraad tot met de kleinste locale gemeenschappen of werkorganisaties.
De zes pilaren zijn de Communistische Partij, de personeelsorganisatie (die dossiers bijhouden over de hele bevolking), propaganda/onderwijs, politieke/juridische zaken, justitie/politie/defensie en tenslotte financiën en economie. Elke Chinese organisatie (zowel overheid als bedrijfsleven) heeft vertegenwoordigers van deze zes xitongs in zijn bestuur. De directeur van een organisatie heeft weinig tot geen zeggenschap over deze xitongs. In het bedrijfsleven geldt vaak dat met tenminste drie partijen tot overeenstemming moet worden gekomen: de officiële baas, de partijleider en de vakbond. China is een onderhandelingsmaatschappij die functioneert op basis van consensus, waarbij de macht dus veelal ligt bij het middenkader die flexibel manoeuvreert in deze 'matrix van de macht'. Verder relativeert het boek de wijze waarop Westerse bedrijven zaken pogen te doen in China. Bij het ondertekenen van contracten wordt vaak gezegd dat de samenwerking met name voor de lange termijn belangrijk is. Tuinstra vraagt zich af of dat een synoniem is voor de boodschap dat de organisatie geen idee heeft of ze ooit geld kunnen verdienen in China. De voorbeelden zijn talrijk, Ahold, KPN en ING die veel investeerden en weinig verdienden. Helaas wordt er nauwelijks aandacht geschonken aan organisaties die wel succesvol opereren in China, want ook die zijn er! Door de uitgebreide kennis van binnenuit (door gesprekken met Chinese journalisten, beleidsmakers, etcetera) schetst de auteur interessante perspectieven. In het Westen zijn er twee dominante stromingen met betrekking tot China, degenen die China als grootmacht vrezen en anderen die in de grootmacht China een potentieel economische bondgenoot zien. Maar er is ook een derde perspectief. Corruptie, opkomende georganiseerde criminaliteit, aantasting van het milieu en een dreigende financiële crisis kunnen de stabiliteit van China, en daarmee van de hele wereld, ernstig verstoren. Boeiende stof tot nadenken! Het enige probleem van dit soort boeken is de beperkte actualiteit. De ontwikkelingen in China gaan momenteel zo snel dat informatie uit het boek rap verouderd. Het boek is in november 2003 uitgekomen, toen stond business process outsourcing nog niet zo nadrukkelijk op de agenda en was de textieloorlog tussen de Verenigde Staten en China nog niet uitgevochten. 'Het andere Oosten' is een boek dat de achtergronden van dit complexe land goed en begrijpelijk onder woorden brengt (inclusief vele voorbeelden en anekdotes), en dat een prima beeld geeft van de actualiteit in 2003.