Neurolinguïstisch programmeren (NLP) combineert psychologie en communicatie en gaat uit van de manier waarop mensen via denken, taal en gedrag hun ervaringen creëren. Het is een systematisch en praktisch geheel van denk- en gedragsinstrumenten, waarmee mensen op veel terreinen veranderingen tot stand kunnen brengen. 'Wij kunnen nooit veranderen wat ons feitelijk is overkomen, maar bezitten wel het vermogen om veranderingen te brengen in de manier waarop wij dat nu interpreteren'. Specifieke NLP-begrippen, zoals mindset, logische niveaus, rapport, denken en perceptie, submodaliteiten, verankering en metaprogramma's passeren in 'Coaching met NLP' de revue. Ik licht er een paar hoofdstukken uit. Het hoofdstuk over verandering gaat over de logische niveaus (van concreet tot abstract: omgeving, gedrag, overtuiging, identiteit en spiritualiteit), die helpen om het probleem op te sporen met behulp van iemands woordkeuze. Veranderen werkt het beste door te werken op het hogere niveau en te zoeken naar onderliggende overtuigingen. Het is meestal lastig om die op te sporen omdat iemand zich er vaak niet bewust van is, maar er bestaan goede technieken voor. Bovendien kunnen de logische niveaus op meer manieren behulpzaam zijn in het coachingstraject, bijvoorbeeld bij het oriënterend gesprek of het bepalen van de rol. Kerr gaat hier echter niet verder op in. In hetzelfde hoofdstuk onderkent Kerr dat niet iedereen geholpen wil worden. Hij onderscheidt drie klanttypische relaties: bezoekers, klagers en kopers. Het gaat dan om de mate waarin zij zich als deel van het probleem en/of deel van de oplossing zien. Terecht schenkt hij hier aandacht aan; zo'n valse start is de nachtmerrie van elke coach. Na de logische niveaus komt dit onderwerp voor mij wat uit de lucht vallen en het 'wat dan?' blijft steken in algemene adviezen: 'Ga … zoveel mogelijk 'naast de cliënt staan' en zorg voor een niet bedreigende sfeer'. De coach moet dan echt meer in huis hebben; bovendien staan er wel degelijk gerichte technieken in de psychologie (én goede literatuur) ter beschikking. Het verdient zelfs een eigen hoofdstuk. Op andere begrippen gaat Kerr wel uitgebreider in, zoals op de representatiesystemen. Daarbij gaat het niet om wát, maar de manier waarop mensen denken: visueel, auditief, kinesthetisch, smaak, reuk, en hoe zij dit door taal, oogbewegingen en non-/paraverbale aanwijzingen kenbaar maken. Verandering wordt bereikt door een andere manier van denken. Bij het voorbeeld van submodaliteiten (bijvoorbeeld het visueel of auditief veranderen van een ervaring) mis ik toch het 'wat': het zoeken naar onderliggende overtuigingen. Kerr verandert het denken door het veranderen van de submodaliteiten. Het gespreksvoorbeeld wekt de indruk dat het simpel is en bovendien lijkt het bijna alsof het hangijzer in één gesprek kan worden opgelost. Zoals zo vaak geldt: hoe simpeler iets lijkt, hoe meer vakmanschap vereist is. Ook het hoofdstuk over zuiver taalgebruik springt er voor mij uit. Dit 'metamodel' is de linguïstische grondslag van NLP, maar de manier waarop informatie of gedachtespinsels specifiek worden gemaakt dan wel 'uitgedaagd' worden is een vaardigheid die iedere coach of adviseur moet beheersen. Ik zie in de voorbeelden raakvlakken met provocatief coachen en socratische vragen. Pas aan het eind van het boek, in hoofdstuk 11, bespreekt Kerr het werken aan overtuigingen. Hij doet dit weer door het werken met submodaliteiten en met een voorbeeld van visuele 'herprogrammering'. Ook dit voorbeeld getuigt weer van absoluut vakmanschap. Toch mis ik weer het 'wat': het opsporen van en werken aan onderliggende overtuigingen, die doorwerken in iemands gevoel en gedrag. Dat zegt ongetwijfeld meer over mij dan over NLP. Voor mij is dit boek een uitstekende hernieuwde kennismaking met NLP. Het hoort zeker thuis in de standaardbibliotheek van elke coach. Het is duidelijk en toegankelijk geschreven en daardoor voor meer groepen dan alleen coaches interessant. In feite zouden zeker professionele coaches verschillende technieken in hun bagage moeten hebben. Dat is ook vooral de groep waar Kerr zich op richt; de manager als coach vind ik minder terug in het boek. Op één vraag heb ik het antwoord niet kunnen vinden: helpt de coach iemand met één specifiek probleem? Of maakt de coach zichzelf overbodig omdat iemand de technieken zelf leert toepassen? Wat mij betreft verdient het boek een vervolg. In dat geval geef ik nog de suggestie om de specifieke terminologie in een trefwoordenregister of een lijst met begripsomschrijvingen op te nemen, zodat het naslaan wat makkelijker wordt.
Over Hilde Veraart-Maas
Hilde Veraart-Maas (1954-2019) was organisatiesocioloog. Na 22 jaar Human Resources Management vestigde zij zich als HRM-adviseur, trainer en (team)coach. Zij heeft door de jaren heen het socratisch coachen verder ontwikkeld. Zij werkt vanuit het principe: 'je weet zelf het beste wat goed voor je is!' De kracht van gedachten staat in haar aanpak centraal en de methode bewijst vooral goede diensten als iemand niet geholpen wil worden. Zij schreef diverse boeken over socratisch coachen, niet alleen als coachingsmethode (2006), maar ook over de vele toepassingsmogelijkheden. Zij was Master Practitioner NOBCO EMCC.