Veranderen wordt door Boonstra als een spel gezien, met spelers, spelambities, vals spelen en samenspelen voor het beste resultaat. Nieuwe inzichten bevat dit boek zeker. Onder andere dat het ingaat op de positieve kijk op veranderen en vernieuwen van organisatie, wat ook gelijk de ondertitel van het boek is.
In 2018 heeft Jaap Boonstra al twee boeken, samen met andere schrijvers, gepubliceerd, Perspectieven op leiderschap en Perspectieven op veranderen. Onderwerp was uiteraard verandermanagement en leiderschap. Deze boeken spraken mij erg aan, dus ik was erg benieuwd naar het nieuwe boek Veranderen als samenspel, een positieve kijk op het veranderen en vernieuwen van organisatie. In dit boek wordt een vergelijking gemaakt tussen de speltheorie en veranderen.
Het gaat over veranderen als spel. Het begint dan ook in de eerste hoofdstukken met het verkennen van het speelveld, in kaart brengen van de spelers en de spelambitie verbeelden. In het eerste hoofdstuk wordt ook het spelmodel geïntroduceerd, met twee delen: context maken (spelambitie, spelers, spelpatroon) en impact hebben (spelbeleving, spelvormen en spelverdeling). Deze worden aan elkaar verbonden door het spelidee (zeg maar de verander strategieën). Dit is volgens mij best nieuw om op deze manier naar veranderen te kijken. Ik herken overigens wel heel veel van mijn eigen ervaringen in dit spelmodel. Ook de kleuren (van dieprood tot groen) komen in het boek regelmatig terug, waarbij bijvoorbeeld groen staat voor samenwerking, ontwikkeling en verbinden. Ook onderwerpen uit eerdere boeken komen weer aan bod, zoals het betreden van de plek der moeite. In het hoofdstuk over spelambitie wordt deze ambitie verbeeld in een figuur dat ingaat op betekenis, waarden, uniciteit en positionering. Hiermee wordt in een eenvoudig figuur heel duidelijk gemaakt wat de aspecten zijn waar een organisatie rekening mee moet houden. Belangrijk bij spelambitie is dat organisaties hun eigen identiteit weten te behouden en hun kernkwaliteiten inzetten om vernieuwing te realiseren. Oftewel dicht bij jezelf blijven.
Vervolgens wordt ingegaan op het doorgronden van spelpatronen en beredeneren van het spelidee. Eerst wordt ingegaan op het waarderend kijken, oftewel vanuit een positieve blik naar organisaties kijken. Meervoudig kijken naar organisaties doe je vanuit meerdere perspectieven, omgeving, beleid, organisatie en personeel, verdeeld over technisch-instrumenteel, politiek bestuurlijk, sociaal-cultureel en veranderkundig. Ook hier is Boonstra er weer in geslaagd om dit op een vrij eenvoudige manier in een figuur weer te geven met kleuren Het spelidee gaat over de beredenering van verandering en het afwegen van veranderstrategieën (machtsstrategie, rationele strategie, onderhandelingsstrategie, motivatiestrategie, leerstrategie en dialoogstrategie). Voor mij een inzicht is dat je eigenlijk veranderstrategieën moet combineren, maar dat dat in een aantal gevallen ook niet handig is c.q. niet mogelijk is. Een figuur is opgenomen om de verschillende strategieën aan de hand van kleuren te onderscheiden. Deze eerste hoofdstukken worden afgesloten met een intermezzo over context maken, wat eigenlijk een samenvatting is van de hoofdstukken ervoor.
In de volgende hoofdstukken wordt het concreter, het spelidee wordt geconcretiseerd en de spelverdeling georganiseerd. Hier wordt onder andere ingegaan op het koppelen van veranderstrategieën en het maken van veranderverhalen. Dit laatste lijkt mij erg belangrijk, we zien hier wel een trend in, storytelling. Maar de kracht van een goed verhaal moet niet onderschat worden, zeker als dit verhaal persoonlijk gemaakt kan worden. Hiermee kun je veranderbereidheid activeren. Verhalen kun je op vele manieren en onderwerpen inzetten tijdens een verandering. Boonstra heeft een tabel opgenomen met voorbeelden van de rol van verhalen in elk besproken onderwerp van het spelmodel. Spelverdeling organiseren gaat onder andere in op weerstand en betrokkenheid. Een van mijn opgedane inzichten uit deze hoofdstukken is dat in boeken en theorieën over verandermanagement vaak wordt aangegeven dat je een urgentie moet hebben (of creëren) om te willen veranderen. Dit is eigenlijk maar bij een soort verandertraject van toepassing, als een organisatie in crisis is. En dan nog is het de vraag of dit werkt. Dit was voor mij wel een verhelderend inzicht, ik denk dat de auteur daar een terecht punt maakt. We creëren vaak urgentie, in de hoop dat het landt bij de medewerkers. Maar een positieve insteek, wat gaat de verandering brengen, heeft waarschijnlijk meer nut.
Tot slot is er nog een blok dat aangeeft hoe je met het spel kan omgaan, door het inbrengen van spelvormen en het ervaren van spelbeleving. Bij het inbrengen van spelvormen gaat het bijvoorbeeld om het afwegen wanneer je bepaalde spelvormen in gaat zetten, maar ook hoe je spanningen kunt benutten en conflicten kunt hanteren. Deze onderwerpen worden op hoofdlijnen uitgewerkt, daar heb je weer andere boeken voor… Het ervaren van spelbeleving gaat in op reeds in andere boeken besproken onderwerpen zoals de boven- en onderstroom en hoe daar mee om te gaan. Deze hoofdstukken worden weer afgesloten met een intermezzo, mooie krachtige samenvatting.
Welke kwaliteiten moet een speler in dit spel nu hebben? Dit wordt in het hoofdstuk over speler zijn uitgewerkt, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen kwaliteiten voor het maken van context en het hebben van impact.
Al lezend kwam bij mij de gedachte op dat het boek erg theoretisch van aard is, (te) weinig praktijkvoorbeelden. In het laatste hoofdstuk gaat Boonstra in op valsspelen, maar geeft hij ook concrete voorbeelden van onder andere spelverdeling organiseren, spelvormen inbrengen en speler zijn. Dit zou wat mij betreft nog meer mogen. Ik zou het ook zeker aanbevelen om meer in de hoofdstukken te verwerken, waardoor theorie gelijk in de praktijk getoond wordt.
Veranderen als samenspel bevat nieuwe inzichten en zet aan tot denken. Ik ga het zeker gebruiken bij verandertrajecten waaraan ik deel neem! Ik maak vaak vouwtjes in het boek om interessante pagina’s te markeren, dit boek is bijna één en al vouwtjes. Boonstra is erin geslaagd om opsommingen en complexe zaken relatief eenvoudig weer te geven in figuren en tabellen, waardoor het meer gaat leven en meer betekenis krijgt. Naast dit boek is er een website beschikbaar met aanvullende informatie. In het boek staat een code om toegang te krijgen tot deze site. Zeker een aanrader om die ook te gaan bekijken!
Jan Hoogstra is zelfstandige, IT-consultant. Hij voert opdrachten uit op het gebied van beoordeling en advisering over IT-gerelateerde onderwerpen in de zorgbranche. Zo is hij programmamanager, projectmanager en adviseur op het gebied van bijvoorbeeld IT-strategie en pakketselecties.
Over Jan Hoogstra
Jan Hoogstra heeft meer dan 25 jaar ervaring als IT-adviseur en IT-auditor bij grote accountants- en adviesbureaus. Tijdens zijn loopbaan heeft hij veel opdrachten gedaan op het gebied van informatiebeveiliging en optimalisering van de inzet van IT. Jan is directeur bij CognoSense, dat gespecialiseerd is in de menselijke kant van IT.