Als je stemmen in je hoofd hoort, beland je hier bij de GGZ, in een traditionele stam in Afrika sta je in hoog aanzien en word je misschien wel sjamaan. ’s Avonds bij het eten een glas wijn drinken vinden we heel gewoon, als je dat ’s ochtends doet voor je naar je werk gaat, heb je een alcoholprobleem.
Met haar boek laat Braun ons zien dat we voortdurend oordelen en in hokjes denken. Door verhalen te vertellen laat ze je net even anders kijken, reflecteren op jouw eigen ‘normaal’ en dwingt ze je vanzelfsprekendheden los te laten.
Harry speelt hierin een belangrijke rol. Harry is een oude bekende uit De Corporate Tribe, het boek dat Daniëlle Braun samen met Jitske Kramer schreef. Harry staat voor alles wat anders is, voor nieuw, voor het tegengeluid, voor buiten de lijntjes kleuren. Harry is de paradijsvogel, de collega met gekke invallen, de dwarsligger. Maar ook degene tegen wie we vaak zeggen ‘doe effe normaal’. En dat is jammer. Want zonder Harry dachten we nog steeds dat de aarde plat was, waren we nooit naar de maan gevlogen en hadden we geen elektriciteit. Braun roept ons op Harry te koesteren, en echt naar hem te luisteren.
Echt luisteren, het komt vaker terug in het boek. Bijvoorbeeld als het gaat over bezielde organisaties. Via een indringend verhaal over slachthuizen (hoe houden mensen het in godsnaam vol daar te werken? Onder andere doordat het werk ‘ontzield’ is), komen we bij het belang van bezieling. Het raakt aan wat Laloux in Reinventing Organisations ‘heelheid’ noemt. De beste manier om écht te luisteren, is een vraag stellen, aldus Braun. ‘Wat heb je nodig?’ is een uiterst simpele, maar o zo krachtige vraag. Niet voor een ander denken maar vragen stellen, is het devies.
Het boek staat vol met mooie verhalen die je uitnodigen om anders naar je eigen vanzelfsprekendheden te kijken. Tussen al die pareltjes springt het verhaal over conflicthantering bij de Masai er wat mij betreft uit. Een verhaal over collectiviteit en liefde. Best ‘gekke’ begrippen als je denkt aan onenigheid in organisaties. Want dan moet je toch een stevig gesprek voeren, grenzen stellen en, in het uiterste geval, een dossier opbouwen?
Daar denken ze bij de Masai echt anders over. Als er een conflict is of als iemand zich misdraagt, wordt dat niet gezien als tekortkoming van dat individu, maar van de hele stam. Ze hebben dan namelijk niet genoeg voor diegene gezorgd, niet goed opgelet, waardoor die persoon van het rechte pad is afgeweken. En dus overladen ze hem met positieve aandacht en feedback. Ze bieden hulp aan, en iedereen voelt zich verantwoordelijk. Vanuit ons westerse, individualistische wereldbeeld bezien een hele gekke aanpak. Gepamper dat alleen maar averechts werkt, vinden wij. Als hier iemand uit de bocht vliegt, moet hij er zelf voor zorgen dat hij weer in het gareel komt. Eigen verantwoordelijkheid en zo. Een groter contrast met de Masai-aanpak is niet denkbaar. Maar, wie is hier nu eigenlijk gek?
Da’s gek is een inspirerend boek, prachtig vormgegeven en vol mooie foto’s. De ‘doormijmervragen’ aan het eind van ieder verhaal nodigen uit tot reflectie. Na het lezen van dit boek vind je niks meer gek. Hooguit alleen maar ‘heel bijzonder’.
Over Sylvie van der Haar
Sylvie van der Haar is trainer/coach en verzorgt workshops, met o.a. managementboeken als inspiratiebron. Ze is verbonden aan De tweede viool.