Achtergestelde vorderingen
Gebonden Nederlands 2019 1e druk 9789013154719Samenvatting
Dit is een diepgravende maar toegankelijke en toepasbare studie naar de gevolgen van een achterstelling binnen en buiten een faillissement. De titel biedt een schat aan informatie voor de omgang met achtergestelde vorderingen (in faillissement) en voor het opstellen van achterstellingsovereenkomsten. Daardoor is het boek erg relevant voor de praktijk.
In de praktijk wordt regelmatig de voldoening van een vordering ondergeschikt gemaakt aan de voldoening van een andere vordering. Vaak wordt dan die tweede vordering achtergesteld. Dat komt bijvoorbeeld voor bij leningen van aandeelhouders, bij obligaties, in de leveraged finance, bij overheidsinvesteringen, en zeer regelmatig bij een reddingspoging.
Achtergestelde vorderingen is de eerste grondige en veelomvattende studie naar dergelijke vorderingen. Het biedt houvast bij de behandeling van faillissementen waarin achtergestelde schuldeisers voorkomen, bij het opstellen van achterstellingsovereenkomsten en bij vele aanverwante onderwerpen in het verbintenissen- en insolventierecht.
De titel vormt op de eerste plaats een diepgravende maar toegankelijke en praktisch toepasbare studie naar de gevolgen van een achterstelling. Daarbij komen vele onderwerpen aan bod die niet alleen voor een achterstelling van belang zijn, maar algemener toepassing vinden in het verbintenissenrecht en het insolventierecht. Er is bijvoorbeeld ruim aandacht voor de inhoud van een vordering, de verhouding van derden tot een overeenkomst waar ze geen partij bij zijn, de rangorde van vorderingen en de aard van voorwaardelijke en niet-opeisbare vorderingen.
Door de goede toegankelijkheid, praktische toepasbaarheid en brede opzet leent ‘Achtergestelde vorderingen’ zich uitstekend voor advocaten in de financieringspraktijk en/of insolventiepraktijk. Ook financiers en wetenschappers in het verbintenissen- en insolventierecht doen er hun voordeel mee.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
GEHANTEERDE AFKORTINGEN XXIII
Hoofdstuk 1 Inleiding 1
1.1 Verkenning 1
1.2 Probleemstelling 2
1.3 Methode van onderzoek 4
1.4 Rechtsvergelijking 6
1.5 Afbakening 10
1.6 Plan van behandeling 14
1.7 Terminologie 16
1.7.1 Algemeen 16
1.7.2 Eigenlijke en oneigenlijke achterstellingen 17
1.7.3 Specifieke en algemene achterstellingen 18
DEEL I Toepassingen van achtergestelde vorderingen 21
Hoofdstuk 2 Wettelijke achterstellingen 23
2.1 Inleiding 23
2.2 Legaten, quasilegaten en testamentaire lasten 24
2.2.1 Inleiding 24
2.2.2 Eigenlijke achterstelling 25
2.2.3 Vermindering 26
2.2.4 Terugstortplicht en doorstortplicht 28
2.3 Gedeeltelijke subrogatie 29
2.3.1 Onder het oude Burgerlijk Wetboek 29
2.3.2 Schadeverzekeraars 30
2.4 Achterstelling als schadevergoeding 32
2.5 Enkele verwante figuren 36
2.5.1 Inleiding 36
2.5.2 Verificatiebeperkingen 36
2.5.2.1 Algemeen 36
2.5.2.2 Verhaal tussen hoofdelijke schuldenaren 38
2.5.3 Beheerders van rekeningen met derdengelden 41
2.5.4 Eigen vermogen van vennootschappen 43
2.5.4.1 Inleiding 43
2.5.4.2 Dividend 44
2.5.4.3 Aanspraak op liquidatiesaldo 48
2.5.4.4 Andere participaties 49
2.5.4.5 Personenvennootschappen 50
2.5.4.6 De overgang tussen eigen en vreemd vermogen 55
2.5.5 Conclusie 57
2.6 Conclusie 58
Hoofdstuk 3 Achterstellingen op grond van overeenkomst 61
3.1 Inleiding 61
3.2 Aandeelhoudersleningen in het midden- en kleinbedrijf 63
3.2.1 Achtergrond 63
3.2.2 De overeenkomst van achterstelling 64
3.3 Overheidsinvesteringen 66
3.4 Verkopersleningen 69
3.5 Achtergestelde obligaties 71
3.5.1 Inleiding 71
3.5.2 Bankobligaties 71
3.5.2.1 Achtergrond 71
3.5.2.2 Kapitaalseisen 72
3.5.2.3 Obligatievoorwaarden 75
3.5.3 Bedrijfsobligaties 78
3.6 Leveraged finance 80
3.6.1 Achtergrond 80
3.6.2 Vorm van de achterstelling 82
3.6.2.1 Inleiding 82
3.6.2.2 Rangbepalingen 82
3.6.2.3 Verdeling van bevoegdheden 82
3.6.2.4 Regeling van betalingen 84
3.7 Opgeroepen vragen 86
DEEL II Kwalificatie 89
Hoofdstuk 4 Uitleg van overeenkomsten van achterstelling 91
4.1 Inleiding 91
4.2 Gezichtspunten 94
4.2.1 Inleiding 94
4.2.2 Uitleg en derden 95
4.2.2.1 Inleiding 95
4.2.2.2 Achterstelling onvoldoende voor objectivering 96
4.2.2.3 Objectivering vanwege derdenwerking 99
4.2.2.4 Derdenbedingen 101
4.2.2.5 Belang derde als onderdeel van verwachtingen 102
4.2.3 Doel van de overeenkomst 103
4.2.3.1 Algemeen 103
4.2.3.2 Grenzen 104
4.2.3.3 Wettelijke vereisten als doel 105
4.2.4 Hoedanigheid van partijen 106
4.2.5 Uitleg contra proferentem 108
4.2.5.1 In het algemeen 108
4.2.5.2 Algemene voorwaarden 108
4.2.6 Buitenlands recht en buitenlandse clausules 111
4.2.7 Samenhangende overeenkomsten 112
4.3 Hoofdregels voor hoofdstromingen 112
4.3.1 Inleiding 112
4.3.2 Verkopersleningen in het midden- en kleinbedrijf 113
4.3.3 Aandeelhoudersleningen in het midden- en kleinbedrijf 114
4.3.4 Leveraged finance 114
4.3.5 Achtergestelde obligaties 116
4.4 Conclusie 117
Hoofdstuk 5 Eigenlijke achterstellingen 119
5.1 Inleiding 119
5.2 Verhaalsrecht en rang 120
5.2.1 Inleiding 120
5.2.2 Verhaalsrecht 121
5.2.2.1 Verhouding tot de vordering 121
5.2.2.2 Geen zakelijk recht 123
5.2.2.3 Beperkingen van het verhaalsrecht 124
5.2.2.4 Derdenwerking 124
5.2.3 Rang 125
5.2.3.1 Verhaalsrecht 125
5.2.3.2 Paritas creditorum 127
5.2.3.3 Rang ziet op verdeling executieopbrengst 129
5.2.3.4 Geen rol voor de schuldenaar 132
5.2.3.5 Rang volgt uit de verhaalsrechten 134
5.2.3.6 Relativiteit van rang 135
5.2.4 Conclusie 137
5.3 Eigenlijke achterstelling als aanpassing van het verhaalsrecht 138
5.3.1 Inleiding 138
5.3.2 Aanpassing van het verhaalsrecht 139
5.3.2.1 Rangwijziging en verhaalsrecht 139
5.3.2.2 Alléén rangverlaging 141
5.3.2.3 Verhouding tot limited recourse-bedingen 142
5.3.2.4 Verhouding tot voorrechten 143
5.3.2.5 Achterstelling en voorrang 144
5.3.3 Verhouding tot de juniorvordering 144
5.3.3.1 Vordering en verhaalsrecht 144
5.3.3.2 De inhoud van de vordering 145
5.3.4 Partijen bij de achterstelling 149
5.3.4.1 Rol van de junior 149
5.3.4.2 Rol van de schuldenaar 149
5.3.4.3 Rol van de senior 152
5.3.5 Verhouding tot senioren en derden 153
5.3.5.1 Inleiding 153
5.3.5.2 Relativiteit van overeenkomsten 153
5.3.5.3 Realiteitsbeginsel 154
5.3.5.4 Concursus 156
5.3.5.5 Voordeelsopdringing 158
5.3.5.6 Verhouding tot seniorverhaalsrecht 158
5.3.5.7 Relativiteit van rang 159
5.3.5.8 Conclusie 160
5.3.6 Conclusie 160
5.4 Alternatieve kwalificatievoorstellen 161
5.4.1 Inleiding 161
5.4.2 Derdenbeding 163
5.4.2.1 Inleiding 163
5.4.2.2 Constructie 164
5.4.2.3 Kritiek in de literatuur 166
5.4.2.4 Toetsing aan artikel 6:253 BW 167
5.4.2.5 Verbintenisrechtelijke derdenwerking 169
5.4.2.6 Rangwijziging 170
5.4.2.7 Duits recht 171
5.4.2.8 Conclusie 173
5.4.3 Derdenbescherming 173
5.4.3.1 Constructie 173
5.4.3.2 Evaluatie 174
5.4.3.3 Conclusie 175
5.4.4 Voorwaardelijke vordering 175
5.4.4.1 Constructie 175
5.4.4.2 Evaluatie 176
5.4.4.3 Conclusie 178
5.4.5 Afstand van recht 179
5.4.5.1 Constructie 179
5.4.5.2 Evaluatie 180
5.4.5.3 Conclusie 183
5.4.6 Duits recht 183
5.4.6.1 Qualifizierte Rangrücktritt 183
5.4.6.2 Einfache Rangrücktritt 186
5.4.7 Conclusie 188
5.5 Gevolgen van de kwalificatie 190
5.5.1 Inleiding 190
5.5.2 Achterstelling zonder schuldenaar 191
5.5.2.1 Inleiding 191
5.5.2.2 Aard van de overeenkomst 192
5.5.2.3 Enkele parallellen 193
5.5.2.4 Betrokken belangen 202
5.5.2.5 Conclusie 210
5.5.3 Eenzijdige achterstelling 211
5.5.3.1 Inleiding 211
5.5.3.2 Constructie 212
5.5.3.3 Gericht of ongericht 214
5.5.3.4 Gericht 215
5.5.3.5 Ongericht 216
5.5.3.6 Conclusie 217
5.5.4 Nakoming van de juniorvordering 217
5.5.4.1 Vrijwillige nakoming 217
5.5.4.2 Verrekening 218
5.5.4.3 Beslag en executie 219
5.5.4.4 Leeg beslag 220
5.5.4.5 Rangregeling 221
5.5.5 Overgang 225
5.5.5.1 Overgang van de juniorvordering 225
5.5.5.2 Overgang van de seniorvordering 226
5.5.5.3 Afhankelijkheid 228
5.5.5.4 Schuldoverneming 229
5.5.6 Beperkingen van een eigenlijke achterstelling 232
5.5.6.1 Inleiding 232
5.5.6.2 Tijdelijke of voorwaardelijke achterstelling 232
5.5.6.3 Seniorruimte 233
5.5.6.4 Bijzondere achterstelling 235
5.5.6.5 Achterstelling tot relatieve voorrang 236
5.5.6.6 Hoofdelijkheid 238
5.5.6.7 Regresvorderingen 239
5.5.7 Beëindiging 240
5.5.7.1 Inleiding 240
5.5.7.2 Ontbinding 241
5.5.7.3 Consensuele beëindiging 244
5.5.7.4 Opzegging 248
5.5.7.5 Uitholling 250
5.5.8 Conclusie 251
5.6 Conclusie 252
Hoofdstuk 6 Oneigenlijke achterstellingen 255
6.1 Inleiding 255
6.1.1 Tijdsbepaling, voorwaarde of verbintenis 255
6.1.2 Doel en opzet van dit hoofdstuk 257
6.1.3 Terminologie 258
6.2 Tijdsbepaling of voorwaarde 259
6.2.1 Inleiding 259
6.2.2 Het klassieke onderscheid 260
6.2.3 Problematisering 261
6.2.4 Partijbedoeling 262
6.2.5 Toepassing op achterstellingen 263
6.3 Vorderingen onder tijdsbepaling 266
6.3.1 Inleiding 266
6.3.2 Tijdsbepaling betreft nakoming 266
6.3.3 Belanghebbende bij de tijdsbepaling 267
6.3.4 Opzegging van een geldlening 269
6.3.4.1 Inleiding 269
6.3.4.2 Contractuele regeling van opzegging 270
6.3.4.3 Invloed van de redelijkheid en billijkheid 274
6.3.4.4 Conclusie 275
6.4 Voorwaardelijke vorderingen 276
6.4.1 Inleiding 276
6.4.2 Tussen bestaan en niet-bestaan 276
6.4.2.1 Aanspraak, maar niet verschuldigd 276
6.4.2.2 Aard van onzekere aanspraken 278
6.4.3 Wettelijk systeem 279
6.4.4 Opvatting van Stolz 280
6.4.5 Nakoming van de juniorvordering 282
6.4.6 Eigen opvatting 284
6.4.7 Conclusie 288
6.5 Gevolgen 288
6.5.1 Inleiding 288
6.5.2 Verhouding tot senioren en derden 290
6.5.2.1 Derdenwerking door verbintenissen 290
6.5.2.2 Derdenwerking door realiteitsbeginsel 290
6.5.2.3 Toestemmingsvereisten 291
6.5.3 Uitblijven of onmogelijk worden van vervulling 293
6.5.3.1 Algemeen 293
6.5.3.2 Fictieve vervulling 293
6.5.3.3 Niet langer vervulbare voorwaarden 294
6.5.4 Nakoming 296
6.5.4.1 Vrijwillige nakoming 296
6.5.4.2 Vordering tot nakoming 298
6.5.4.3 Beslag 300
6.5.4.4 Rangregeling 302
6.5.4.5 Verrekening 304
6.5.5 Overgang 305
6.5.5.1 Overgang van de juniorvordering 305
6.5.5.2 Overgang van de seniorvordering 306
6.5.5.3 Schuldoverneming 307
6.5.6 Hoofdelijkheid 309
6.5.6.1 Gescheiden achterstelling 309
6.5.6.2 Borgtocht 311
6.5.6.3 Subrogatie 311
6.5.6.4 Regres 312
6.5.6.5 Concernfinanciering 313
6.5.7 Beëindiging 319
6.5.7.1 Inleiding 319
6.5.7.2 Ontbinding 319
6.5.7.3 Consensuele beëindiging 320
6.5.7.4 Opzegging 321
6.5.7.5 Uitholling 322
6.5.8 Conclusie 323
6.6 Doorstortplichten 324
6.6.1 Inleiding 324
6.6.2 Ontstaan 326
6.6.2.1 Inleiding 326
6.6.2.2 Overeenkomst en wanprestatie 326
6.6.2.3 Onrechtmatige daad 328
6.6.3 Verhouding tot rangregelingen 330
6.6.4 Afwikkeling 332
6.6.4.1 Inleiding 332
6.6.4.2 Afdracht van overwaarde 333
6.6.4.3 Toerekening van betalingen 334
6.6.4.4 Subrogatie 336
6.6.5 Conclusie 339
6.7 Conclusie 340
DEEL III Achtergestelde vorderingen in faillissement 343
Hoofdstuk 7 Aanvragen van een faillissement, verificatie en uitdeling 345
7.1 Inleiding 345
7.2 Aanvragen van het faillissement 347
7.2.1 Inleiding 347
7.2.2 Aanvraagbevoegdheid 348
7.2.2.1 Eigenlijke achterstelling 348
7.2.2.2 Niet-opeisbaarheid 348
7.2.2.3 Voorwaardelijke vordering 349
7.2.2.4 Onderlinge verbintenissen 351
7.2.3 Pluraliteit 352
7.2.3.1 Achtergrond 352
7.2.3.2 Eigenlijke achterstelling 352
7.2.3.3 Niet-opeisbaarheid 353
7.2.3.4 Voorwaardelijke vordering 355
7.2.4 Toestand te hebben opgehouden te betalen 356
7.2.4.1 Achtergrond 356
7.2.4.2 Lijn van de Hoge Raad 357
7.2.4.3 Kritiek 359
7.2.5 Voldoende belang 362
7.2.6 Achterstelling als verweer 365
7.2.7 Conclusie 365
7.3 Verificatie 366
7.3.1 Inleiding 366
7.3.2 Aan bod komen van de achterstelling 367
7.3.2.1 Inleiding 367
7.3.2.2 Meldingsplicht van de junior 368
7.3.2.3 Strafbare schuldeiserbenadeling 369
7.3.2.4 Bedrog 371
7.3.2.5 Beroep door de curator 373
7.3.2.6 Beroep door de senior 374
7.3.2.7 Beroep door verzet tegen de uitdelingslijst 376
7.3.2.8 Beroep door indiening van de juniorvordering door de senior 377
7.3.2.9 Conclusie 378
7.3.3 Erkenning van eigenlijk achtergestelde vorderingen 379
7.3.3.1 Inleiding 379
7.3.3.2 Verhouding tot voorrechten 379
7.3.3.3 Aantekening van rangverlaging 381
7.3.3.4 Van ranguitspraken naar rangorde 383
7.3.3.5 De rangorde in eenvoudige gevallen 384
7.3.3.6 De rangorde in complexe gevallen 386
7.3.3.7 Transitiviteit 388
7.3.3.8 Conclusie 390
7.3.4 Erkenning van oneigenlijk achtergestelde vorderingen 391
7.3.4.1 Inleiding 391
7.3.4.2 Erkenning als eigenlijk achtergesteld 392
7.3.4.3 Vorderingen onder tijdsbepaling 394
7.3.4.4 Voorwaardelijke vorderingen 396
7.3.4.5 Onderlinge verbintenissen 399
7.3.5 Conclusie 402
7.4 Uitdeling 403
7.4.1 Inleiding 403
7.4.2 Uitdeling op eigenlijk achtergestelde vorderingen 405
7.4.2.1 Uitgangspunten bij uitdeling 405
7.4.2.2 Gevolgen van rangverschil 406
7.4.2.3 Eenvoudige gevallen 407
7.4.2.4 Specifieke achterstelling 409
7.4.2.5 Beslag-hypotheek-beslag 412
7.4.2.6 Twee specifieke achterstellingen 416
7.4.2.7 Cyclische rangorde 420
7.4.2.8 Seniorruimte 421
7.4.2.9 Bijzondere achterstelling 424
7.4.2.10 Achterstellen tot aandeelhoudersniveau 425
7.4.3 Uitdeling op oneigenlijk achtergestelde vorderingen 430
7.4.3.1 Inleiding 430
7.4.3.2 Contante waarde 430
7.4.3.3 Behoud van voorwaarde 431
7.4.3.4 Onderlinge verbintenissen 432
7.4.4 Conclusie 432
7.5 Conclusie 434
Hoofdstuk 8 Inspraakrechten en akkoorden 437
8.1 Inleiding 437
8.2 De rol van een achtergestelde schuldeiser 438
8.2.1 Inleiding 438
8.2.2 Schuldeiser in het faillissement 438
8.2.3 Inspraak en rang 441
8.2.3.1 Wie betaalt bepaalt 441
8.2.3.2 Rang creëert belangentegenstelling 442
8.2.4 Inhoudelijke toetsing 444
8.2.5 Leidraad 447
8.3 Verzoeken aan de rechter-commissaris 448
8.3.1 Inleiding 448
8.3.2 Ontvankelijkheid 449
8.3.3 Inhoudelijke toetsing 450
8.3.3.1 Maatstaf 450
8.3.3.2 Weging 450
8.4 Schuldeisersvergaderingen 452
8.4.1 Inleiding 452
8.4.2 Algemene regeling 452
8.4.2.1 Wettelijk systeem 452
8.4.2.2 Rechterlijke toetsing 455
8.4.3 Voortzetting van de onderneming 456
8.5 Schuldeiserscommissie 457
8.5.1 Inleiding 457
8.5.2 Benoeming 458
8.5.3 Taakuitoefening 460
8.6 Faillissementsakkoord 460
8.6.1 Inleiding 460
8.6.2 Oneigenlijke achterstellingen 462
8.6.3 Binding van achtergestelde schuldeisers 463
8.6.4 Inhoud van het akkoord 464
8.6.5 Stemrecht 466
8.6.5.1 Inleiding 466
8.6.5.2 Grondslag voor stemrecht 466
8.6.5.3 Uitoefening door senior 470
8.6.5.4 Contractuele regeling 474
8.6.5.5 Klassensysteem 475
8.6.5.6 Stemmen naar geldend recht 481
8.6.5.7 Grenzen aan stemgedrag 482
8.6.5.8 Conclusie 485
8.6.6 Homologatie 486
8.6.6.1 Inleiding 486
8.6.6.2 Vrijheid om het akkoord in te richten 488
8.6.6.3 Carrier 1-beschikking 491
8.6.6.4 Klassensystemen 492
8.6.6.5 Functie homologatie 495
8.6.6.6 Conclusie 497
8.6.6.7 Inspraak bij homologatie en hoger beroep 498
8.6.7 Conclusie 498
8.7 Pre-insolventieakkoord 500
8.7.1 Inleiding 500
8.7.2 Maatstaf voor klassenindeling 501
8.7.2.1 Wettelijke normen 501
8.7.2.2 Relevante factoren 502
8.7.2.3 Te kleine of te grote klassen 505
8.7.3 Eigenlijke algemene achterstelling 506
8.7.4 Eigenlijke specifieke achterstelling 508
8.7.4.1 Inleiding 508
8.7.4.2 Subrangorde en subklassen 509
8.7.4.3 Uitgangspunt 510
8.7.4.4 Maatwerk 511
8.7.5 Oneigenlijke achterstelling 515
8.7.5.1 Vorderingen onder tijdsbepaling of voorwaarde 515
8.7.5.2 Doorstortplicht 516
8.7.6 Conclusie 518
8.8 Conclusie 520
Hoofdstuk 9 Zekerheidsrechten en verrekening 525
9.1 Inleiding 525
9.2 Pand- en hypotheekrechten 527
9.2.1 Inleiding 527
9.2.2 Eigenlijke achterstelling 528
9.2.2.1 Inleiding 528
9.2.2.2 Vestiging 529
9.2.2.3 Executie 530
9.2.2.4 Rangregeling 532
9.2.2.5 Rangorde 535
9.2.2.6 Benadeling van senioren 542
9.2.3 Oneigenlijke achterstelling 548
9.2.3.1 Inleiding 548
9.2.3.2 Vestiging 548
9.2.3.3 Executie 549
9.2.3.4 Verdeling opbrengst 554
9.2.3.5 Doorstortplicht en benadeling 554
9.2.4 Conclusie 555
9.3 Persoonlijke en derdenzekerheden 556
9.3.1 Inleiding 556
9.3.2 Uitwinning 558
9.3.2.1 Inleiding 558
9.3.2.2 Eigenlijke achterstelling 558
9.3.2.3 Oneigenlijke achterstelling 558
9.3.3 Verdeling opbrengst 562
9.3.3.1 Geen executie-opbrengst 562
9.3.3.2 Rangregeling 563
9.3.3.3 Doorstortplicht 564
9.3.4 Verhaal na betaling door de derde 565
9.3.4.1 Inleiding 565
9.3.4.2 Regres 566
9.3.4.3 Subrogatie 569
9.3.5 Conclusie 571
9.4 Verrekening 572
9.4.1 Inleiding 572
9.4.2 Directe uitsluiting van verrekening 574
9.4.2.1 Expliciete uitsluiting 574
9.4.2.2 Impliciete uitsluiting 575
9.4.3 Gevolgen van achterstelling voor verrekening 578
9.4.3.1 Inleiding 578
9.4.3.2 Eigenlijke achterstelling 578
9.4.3.3 Vorderingen onder tijdsbepaling 579
9.4.3.4 Opschortende voorwaarde 580
9.4.3.5 Onderlinge verbintenissen 582
9.4.3.6 Doorstortplicht 582
9.4.4 Conclusie 582
9.5 Conclusie 583
Hoofdstuk 10 Samenvatting en slotopmerkingen 589
10.1 Samenvatting 589
10.2 Slotopmerkingen 597
Chapter 11 Summary and final remarks 601
11.1 Summary 601
11.2 Final remarks 612
Kapitel 12 Zusamenfassung und Schlussbemerkungen 615
12.1 Zusammenfassung 615
12.2 Schlussbemerkungen 625
Appendix Formules voor de verdeling van een executie-opbrengst 629
A.1 Inleiding 629
A.1.1 Boodschap bepaalt medium 629
A.1.2 Definities en aannames 630
A.2 Uitdeling in eenvoudige gevallen 631
A.3 Uitdeling bij een specifieke achterstelling 631
A.4 Uitdeling bij twee specifieke achterstellingen 633
A.5 Seniorruimte 636
Aangehaalde literatuur 639
Aangehaalde modellen en overeenkomsten 693
Jurisprudentieregister 697
Wetsartikelenregister 717
Trefwoordenregister 731
Curriculum Vitae 761
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan