Heel de samenleving klinkt een tikkeltje ambitieus. Was dat uw bedoeling?
Oorspronkelijk wilde ik een boek schrijven dat De zeven sleutels voor het verminderen van ziekteverzuim in zorgorganisaties zou moeten heten. Ik had ook al een stuk of twintig interviews met vooruitstrevende zorgbestuurders gedaan. Maar die gesprekken gingen niet alleen over zorg, en ook niet alleen over ziekteverzuim, want je kunt de problemen in de zorg niet los zien van de problemen in andere sectoren. Daarom ben ik ook inspirerende en pionierende leiders gaan interviewen in bijvoorbeeld het onderwijs, de politie en de farmaceutische industrie. Zo’n titel klikt misschien heel groots en meeslepend, maar het geeft wel de essentie van het boek weer. Het gaat over het systeem waar we in zitten, over patronen die je in de hele samenleving terugziet. Wat kunnen we er aan doen om die te doorbreken?
U bent socioloog en ‘systemisch begeleider’ bij organisatievraagstukken. Wat doet een systemisch begeleider?
In de systemische benadering ga je ervan uit dat alles met alles samenhangt. De problemen in de zorg hebben óók te maken met het systeem van zorgverzekeraars, en met de manier waarop er vanuit het ministerie voortdurend grote, ondoordachte plannen worden gemaakt. In zo’n systeem ontstaan er tal van blinde vlekken, die we niet onder ogen willen of kunnen komen als we er deel van uitmaken. Als systemisch begeleider probeer ik de onzichtbare onderstroom in organisaties zichtbaar te maken. Wat is er in het verleden gebeurd? Welk trauma heeft bijvoorbeeld een fusie achtergelaten, of een bestuurder die vooral zijn eigen belang voorop stelde? Een snelle ‘oplossing’ bestaat meestal niet en leidt vaak alleen maar tot symptoombestrijding. Een nieuw communicatieplan, passend onderwijs, een integraal zorgakkoord… het zijn alleen maar pleisters die je over een diepe wond probeert te plakken. Met de systemische benadering zoek je naar de diepere oorzaak van problemen, zodat je duurzame oplossingen kunt creëren.
Wat is het wezenlijke probleem van de ‘systeemwereld’ die u beschrijft?
In de politiek, het onderwijs, de zorgsector, maar ook bijvoorbeeld in de media, leeft het idee van een maakbare wereld, dat niet klopt met de dagelijkse realiteit die mensen in hun leefwereld ervaren. Door een ‘fix-reflex’ bij bestuurders en beleidsmakers gaan systeemwereld en leefwereld steeds meer uit elkaar lopen. De groeiende bureaucratie die daar het gevolg van is zorgt alleen maar voor nóg meer wantrouwen. De zorg is daar een goed voorbeeld van. Overal zijn schotten, niemand is verantwoordelijk want iedereen is weer ‘ergens anders van’. Daardoor loopt het systeem vast in goede bedoelingen. En als het vastloopt is de reactie altijd méér schotten, méér controle, méér verantwoording.
Als iedereen deel uitmaakt van dat systeem, is er dan wel een oplossing?
Je kunt als bestuurder of beleidsmaker beginnen door je voortdurend af te vragen: waar gaat het hier eigenlijk over? Hoe zorg ik ervoor dat ik het systeem niet ingewikkelder maak voor cliënten en medewerkers maar juist eenvoudiger? Welke controlemechanismen zijn overbodig? Mensen in organisaties zijn vaak bang voor hun positie als ze tegen het systeem in opstand komen, daarom zwijgen ze meestal. Maar ik zou bestuurders en leidinggevenden juist aanmoedigen om bijvoorbeeld een onuitvoerbare opdracht vanuit de overheid of verzekeraar gewoon stop te zetten of te herformuleren. Tegelijkertijd denk ik ook dat de traditionele piramidevormige organisaties langzaam aan het instorten zijn. De systeemwereld heeft zich helemaal vastgedraaid; we lezen dagelijks in de krant welke problemen dat oplevert. Daardoor lopen veel mensen weg uit bijvoorbeeld de zorg of het onderwijs. Daarnaast zie je dat binnen die grote organisaties er een beweging gaande is die zich verzet tegen de systeemwereld. Die niet krampachtig vasthoudt aan het bestaande, maar protocollen openbreekt en perverse prikkels wegneemt.
Hoe ziet een alternatief model eruit?
Ik geloof niet in maakbare modellen. Het zal zich, met andere woorden, moeten ontvouwen. Ik denk wel dat de grote hiërarchische organisaties uiteindelijk uiteen zullen vallen in kleinere, natuurlijke vormen, waarin mensen samenwerken op basis van gelijkwaardigheid. Zorg zal in dat soort instellingen weer worden verleend vanuit een wezenlijke missie en visie, niet vanuit een protocol. Het huidige systeem is in ieder geval onhoudbaar.
Wat heeft dat voor consequenties voor, bijvoorbeeld, het zorgstelsel? Volgens de experts is dat nu al onhoudbaar, met name door vergrijzing en personeelstekorten.
De problemen in de zorg worden voor een belangrijke deel veroorzaakt doordat we imperfectie niet meer tolereren. In het huidige stelsel moet voor iedere kwaal een middel of behandeling zijn. Maar door al die voorzieningen maken mensen alleen maar méér aanspraak op het systeem. Ze vinden dat ze ‘recht’ hebben op zorg. En dus zoeken ze de oplossing niet meer bij zichzelf of bij familie en vrienden maar bij de dokter, de psycholoog en tal van andere dure voorzieningen. Natuurlijk moet er goede, professionele zorg zijn voor mensen die dat echt nodig hebben. Maar we moeten ook accepteren dat lijden en dood bij het leven horen. Nu besteden we heel veel geld en energie om mensen maar niet dood te laten gaan. Net zoals we heel veel geld en energie steken in organisaties die eigenlijk hun levenskracht en doel hebben verloren. Je kunt lijden en sterven niet altijd voorkomen of wegnemen. Ook de zorgprofessionals zelf zullen die illusie moeten doorprikken. De illusie dat de dokter ons altijd beter kan maken, of dat we in een zorginstelling een langer leven krijgen.
Ik was laatst op een congres voor zorgbestuurders en de parkeerplaats stond ramvol met de nieuwste Tesla’s. Gaan die mensen hun verdienmodel opgeven?
Misschien niet uit zichzelf, maar ze zullen wel op den duur wel moeten. Dat verdienmodel ligt onder vuur, de medewerkers lopen weg en er is straks geen geld meer. Gelukkig zijn er ook bestuurders en leidinggevenden als de mensen die ik heb geïnterviewd voor dit boek. Zij hebben bij hun organisaties een trackrecord opgebouwd met het doorbreken van vastgeroeste patronen; zij brengen wat ik noem ‘helend leiderschap’ in de praktijk. In hun eentje kunnen deze mensen natuurlijk niet het verschil maken voor de hele samenleving. Maar als ze elkaar ontmoeten, zoals bij de presentatie van mijn boek, ontstaan er hoopvolle initiatieven. Wie weet komt er een beweging op gang waarin dit soort bestuurders en leidinggevenden uit verschillende sectoren van de samenleving elkaar helpen en inspireren.
Over Johan Faber
Johan Faber (1970) is journalist en schrijver van veelgeprezen nonfictie-en fictieboeken.