Boeken over kritisch denken en argumenteren beginnen vaak met het uiteenzetten van de meest voorkomende fouten, zogeheten drogredenen die luisteren naar Latijnse namen zoals ad hominem, ad ignorantiam en post hoc ergo propter hoc. Het idee hierachter is dat leren van dit soort fouten ervoor zorgt dat iemand ze zelf zal vermijden bij het opstellen van een argument.
Alleen werkt het niet zo, betoogt filosoof Maarten Boudry. Als hij naar voorbeelden zocht van deze veelvoorkomende drogredenen (fallacies), dan kwam hij vaak bedrogen uit: hij vond ze niet in kranten of tijdschriften. Het viel hem bovendien op dat zijn collega’s vaak voorbeelden verzonnen in hun boeken. Maar als dit van zulke veelvoorkomende drogredenen zijn, waarom moesten hij en zijn collega’s dan voorbeelden verzinnen?
Het antwoord van Boudry is dat je bij een drogreden bijna altijd bij de Fallacy Fork uitkomt, een destructief dilemma waarbij de drogreden ofwel bijna nooit voorkomt in het dagelijks leven, of eigenlijk niet zo misleidend is. ‘Argumenten die volgens de standaardbenadering “misleidend” zijn, zijn altijd nauwverwant aan argumenten die in veel contexten volkomen redelijk zijn. Formeel gezien zijn de goede en slechte argumenten niet van elkaar te onderscheiden. Geen argumentatieschema kan het verschil vangen en daarmee het kaf van het koren scheiden.’
Neem de drogreden post hoc ergo propter hoc (omdat B op A volgde, moet A wel B veroorzaakt hebben). Hoewel er overal verbanden en correlaties gevonden kunnen worden (zoals die tussen het aantal mensen dat verdrinkt in een zwembad en het aantal films met Nicholas Cage per jaar), gelooft zelfs de meest bijgelovige persoon niet dat een opvolging van gebeurtenissen automatisch betekent dat er een oorzakelijk verband is, redeneert Boudry. Post hoc ergo propter hoc is inderdaad een drogreden, maar niemand gebruikt hem.
De post hoc argumenten die mensen wél gebruiken, blijken dan juist weer niet zo misleidend te zijn. Gevolgtrekkingen zijn vaak gebaseerd op algemene aannames die in bepaalde contexten gelden en op waarschijnlijkheden, zoals een computer die slecht werkt nadat die op de grond is gevallen of een boekverkoop die toeneemt na een goede recensie in de krant. Deze aannames blijven vaak onuitgesproken (bijvoorbeeld: ‘de val kan iets aan de binnenkant van de computer stuk hebben gemaakt’), maar dat is geen probleem. Boudry: ‘Praktisch elke vorm van redeneren in het dagelijks leven, en zelfs in de wetenschappen, bevat een overvloed aan verborgen premissen en overgeslagen stappen.’
Post hoc argumenten zijn geen uitzondering, volgens Boudry overleven alle drogredenen de Fallacy Fork niet (zie voor meer voorbeelden het paper). ‘Het is tijd dat sceptici en andere drogreden-enthousiastelingen van hun drogredenen af komen.’