De vergroening vertraagt. Is Duurzame financiering een appèl op de financiële sector om verduurzaming steviger aan te jagen?
Absoluut. De politiek laat het steeds duidelijker afweten op gebied van vergroening. Wij stellen dat financiële instellingen die handschoen via uiteenlopende vormen van duurzame financiering moeten oppakken. In dit boek laten we zien hoe en met welke instrumenten ze dit kunnen doen.
Concerns als Shell en Unilever zetten stappen terug in hun pad naar verduurzaming. Is dat de trend?
Tja, sommige beursgenoteerde bedrijven vinden het lastig om hun verdienmodel om te bouwen. Je moet immers eerst je grijze verdienmodel afbreken terwijl nog onduidelijk is of de nieuwe, groenere strategie succesvol zal zijn. En te veel aandeelhouders kijken alleen naar het rendement op de korte termijn. Vergeet ook niet, vernieuwing ten koste van oude technieken, oftewel creatieve destructie, komt meestal van nieuwkomers, niet van bestaande bedrijven.
Shell wijzigde onlangs zijn beleid gericht op duurzame waarde op lange termijn, naar sturen op aandeelhouderswinst op korte termijn. Beleggers reageerden daar enthousiast op, een teken aan de wand. Ondertussen wordt het ‘vergroeningsgat’ groter: de afstand tussen wat bedrijven zeggen te zullen doen aan verduurzaming, en wat er nou echt gebeurt. Dat gat wordt groter doordat bedrijven de lat voor vergroening lager leggen.
Wat mogen we concreet van de politiek verwachten wat betreft het stimuleren van duurzame financiering?
Momenteel helaas erg weinig. De overheid kan op zich goed sturen, denk aan normering en heffingen op de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen. Maar het huidige politieke klimaat kleurt de laatste jaren steeds minder groen. Vooral omdat politici zich in het sterk versnipperde politieke landschap laten leiden door de angst voor electoraal verlies zodra ze willen inzetten op vergroening. Politici grijpen liever niet zelf in via bijvoorbeeld milieuheffingen, striktere uitstootnormen of verduurzamingseisen voor gebouwen; terwijl ze zich wel moeten houden aan allerlei internationale milieuafspraken... dus wat doen ze? Ze spelen de bal door naar de bankiers, verzekeraars en pensioenbeleggers en verplichten hen om groene eisen op te leggen aan hun klanten, zowel bedrijven als burgers. Daar moet de financiële sector zich terdege op voorbereiden. Of beter, ze moeten het omarmen, want inzetten op vergroening zien wij nadrukkelijk als een kans voor financiële instellingen.
Met welke instrumenten kunnen ze dat bijvoorbeeld doen?
Om te beginnen kun je denken aan banken die leningen verstrekken aan groene projecten van bestaande bedrijven en aan nieuwe bedrijven die met innovaties vergroening mogelijk maken. En aan verzekeraars die een gunstiger dekking of premie bieden als een bedrijf overstapt van fossiele naar duurzame energie. Bankiers en verzekeraars kunnen klanten verleiden te verduurzamen door groene alternatieven aantrekkelijker te beprijzen, denk aan lagere rentepercentages en verzekeringspremies. Daarnaast kunnen grote, institutionele beleggers als pensioenfondsen, verzekeraars en andere investeerders vanuit een engagementstrategie de dialoog aangaan met de bedrijven waarin ze beleggen. En ze kunnen invloed uitoefenen via hun stemgedrag op aandeelhoudersvergaderingen.
Daarnaast is er nog veel ruimte voor nieuwe financiële instrumenten, schrijven jullie.
Zeker. Zo heeft de Wereldbank een Wildlife Conservation Bond uitgegeven, waar voor 150 miljoen dollar op werd ingeschreven. Met dat geld financieren beleggers de inspanningen van Zuid-Afrika om bedreigde diersoorten te behouden. Ze krijgen na vijf jaar een extra uitkering als bijvoorbeeld een populatie neushoorns harder is gegroeid dan vooraf besproken. Heel creatief! En zo bedachten Amerikaanse studenten de forest resilience bond om de kosten en baten van bosherstel in Californië, dat vaak geteisterd wordt door bosbranden, goed te verdelen. Die obligatie is ook daadwerkelijk uitgegeven.
Hoe krijg je (doorgaans risicomijdende) bankiers zo ver dat ze gul groene initiatieven ondersteunen?
Om medewerkers van financiële instellingen in die voortrekkersrol te krijgen, zul je ze beter moeten opleiden. Zorgen dat ze verstand hebben van verduurzaming en vergroening. Wat ook helpt: pas kpi’s meer aan richting duurzame indicatoren, op individueel niveau. En kus bij iedereen binnen de organisatie het besef wakker dat ze op dit vlak echt een maatschappelijke taak hebben. Want dát de wereld moet verduurzamen, is immers totaal geen punt van discussie meer. Wel is er discussie over het tempo waarin dat moet gebeuren en over de rol die de financiële sector daarbij speelt. Is de sector volgend aan het tempo in de reële economie of leidt de sector de versnelling van de vergroening? Wat ons betreft dat laatste. Het feit dat financiële instellingen van oudsher een langetermijnfocus hebben, maakt hen in onze visie bij uitstek geschikt om deze leiderschapsrol te pakken; verduurzaming is immers een kwestie van de lange adem.
Hebben financials er zelf direct baat bij om steviger in te zetten op meer duurzame financiering?
Natuurlijk. Ze dienen niet alleen een maatschappelijk belang door vergroening te financieren, maar ze kunnen er ook hun eigen verdienmodel robuuster mee maken, is onze stelling. Investeren in vergroening, denk aan de bouw van windparken of waterstoffabrieken, zorgt automatisch voor meer vraag naar financiering. Daarnaast versterk je je positie op de arbeidsmarkt door je nadrukkelijker bezig te houden met verduurzaming, dat is voor veel talenten een zwaarwegend keuze-argument. Vorig jaar stuurden 220 studenten van onder meer Oxford en Cambridge een open brief naar Barclays, waarin ze het achterblijvende klimaatbeleid van deze bank hekelden en stelden dat ze zeker niet voor deze bank willen werken. Bovendien stapte Cambridge University over naar een andere bank, die een groener beleid voerde dan Barclays; dat ging om een mandaat van ruim 200 miljoen pond, dus dat doet echt wel pijn bij zo’n bank. Algemeen kun je stellen dat een duurzame reputatie bijdraagt aan het winnen van de gunst van klanten en beleggers.
Jullie pleiten ook voor een adviesrol van financiële instellingen. Waar denken jullie concreet aan?
Veel burgers en mkb-bedrijven weten weinig tot niets van het uitgebreide aanbod van groene gemeentesubsidies, duurzame normen zoals de energielabel C-verplichting voor kantoorgebouwen of emissie-eisen voor stallen, investeringssubsidies voor duurzame energie et cetera. Het zou toch mooi zijn als een bank een mkb’er wijst op de mogelijkheden en eisen voor een duurzaam en circulair bedrijfsmodel; en samen met hem onderzoekt wat er mogelijk is om, via bijvoorbeeld een waarborgregeling, aan het vereiste onderpand voor een lening te komen? Banken en verzekeraars kunnen op dit punt echt een belangrijke wegwijzer zijn voor hun klanten.
Over Paul Groothengel
Paul Groothengel is freelance journalist.