Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Achtergrond

Morele accountability

‘Het nemen van een moreel besluit is een kwestie van zorgvuldig analyseren en zelfbewust kiezen’, zegt Rob van Es, docent Organisatiefilosofie en kerndocent van het interdisciplinair college Film & Wetenschap aan de UvA. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, hoe helder hij ook zijn model voor het nemen van morele besluiten uitlegt in zijn omvangrijke boek ‘Professionele ethiek’. En hoe kan het communicatieadviseurs helpen in hun adviespraktijk? Het boek werd besproken tijdens een SRM Leesclub bijeenkomst.

Gemma Schoot | 10 mei 2013 | 6-9 minuten leestijd

Professionele Ethiek, morele besluitvorming in organisaties en professies’ is een gedegen, prachtig uitgegeven studieboek over ethiek als discipline en ethiek als proces in organisaties. Het boek is rijk geïllustreerd met voorbeelden uit de kunsten, waarin ethische kwesties uitvergroot naar voren komen. De beslisser die gevoelig is voor de ethische kanten van zijn werk, vindt in het boek een compleet uitgewerkt model waarmee hij op een systematische manier besluiten kan nemen die hij achteraf moreel kan verantwoorden.
Het model is dus ook voor communicatieadviseurs relevant, want zij adviseren hun baas of opdrachtgever over de gevolgen van de strategische afwegingen en keuzes die ze maken. En waarschijnlijk ook over de manier waarop keuzes intern door managers en/of medewerkers zijn voorbereid. Heb je daar je morele bedenkingen bij, dan past het bij je rol als hoofd Communicatie, als gesprekspartner van de directie of het bestuur, dat je die ter sprake brengt, zo werd gezegd tijdens de bespreking van het boek in de leesclub.

Voorbeelden uit de kunsten
Het onderwerp van het boek is niet gemakkelijk. Maar de verwijzingen naar films, romans en schilderijen met hun uitvergrote morele onderwerpen helpen de lezer goed om zich bij al die ethische begrippen concrete situaties voor te stellen. Een van de leesclubdeelnemers heeft ze verslonden, die illustrerende teksten. Hij had het theoretische gedeelte zonder de illustraties waarschijnlijk niet uitgelezen. Anderen konden het best zonder de voorbeelden stellen; ze vonden dan ook dat het boek de belofte op het achterplat niet waarmaakte, dat de lezer aan de hand van de kunstvoorbeelden wegwijs wordt gemaakt in het nemen van morele beslissingen. Want waar gaat het in dit boek om: ‘Je staat als mens in het leven en je doet de dingen integer. En dat valt samen met hoe je je beroep uitoefent. Als iets tegen je eigen normen en waarden indruist, dan meld je dat bij je opdrachtgever’, aldus een van de critici.

Beroepscode communicatieadviseurs?
Deze uitspraak maakte een discussie los over de zin en onzin van een beroepscode voor communicatieadviseurs en over ethiek in de beroepsgroep. Zoals Bram Moskowitz door zijn collega-advocaten ter verantwoording wordt geroepen: dat is bij communicatieadviseurs ondenkbaar. Communicatieadviseurs hebben niet zoiets als een beroepscode, geen register, geen ‘orde’.
De discussie hierover en over ethiek in de Communicatie wil hier in Nederland niet echt van de grond komen. Anne van der Meiden en Betteke van Ruler hebben in jaren tachtig en negentig pogingen gedaan, maar hun initiatieven zijn doodgebloed. Professionals durfden geen casussen in te brengen, hoogstens individueel; er was te weinig belangstelling voor.

‘Bij gebrek aan praktijkvoorbeelden leren we niet om elkaar de maat te nemen en dat maakt het voor de opdrachtgever ook niet helder waar wij als communicatieadviseur voor staan’, stelde iemand toen. ‘We zijn er nog niet volwassen genoeg voor. Wat we wel kunnen, is zelf proberen een kritisch adviseur te zijn. Laat je opdrachtgever de gevolgen zien van zijn plannen door het onethische scenario door te trekken en hem dan voor te leggen: is dat wat je wilt?’
‘Is het eigenlijk wel wenselijk is dat er een code komt?’, bracht een ander in. ‘De interesse gaat nooit verder dan professionele normen. Onder opleiders is ethiek geen thema. Kennelijk dóen we maar, totdat een scherpe journalist achter de ware toedracht komt. Maar dat is gevolgenethiek: waar komen we nog mee weg? Toch: de rol van de communicatieadviseur als kritisch geweten vind ik nogal kwestieus.’

Normen stellen
Een andere deelnemer vatte het vraagstuk als volgt samen: ‘We hebben 140.000 communicatieprofessionals en die staan niet in een register. Als je als opdrachtgever slecht bent geadviseerd, kun je nergens terecht. Ook al ligt de beslissingsbevoegdheid of de verantwoordelijkheid nog zo duidelijk bij de opdrachtgever. Zolang wij zelf die normen niet stellen, gebeurt er niets. Wat heb je als hoofd Communicatie nodig om die afstandelijke kritische rol ten opzichte van je baas te vervullen, vanuit je marginale positie? Een heilige kun je onmogelijk zijn. Het is aftasten. Ergens hebben we het nodig om voor de gemiddelde communicatieadviseur te laten zien wat ethisch gezien basaal voor ons is. Het is niet voor iedereen weggelegd om er hoge ethische normen op na te kunnen houden. Het gaat om de vraag: wie in de organisatie mag wat op welk moment zeggen? De gereedschappen daarvoor moeten in de opleiding worden aangereikt. Je komt in het managementteam als je data – onderzoeksgegevens – meeneemt en als je als mens van waarde voor hen bent. De beste vraag die je je kunt stellen is dus: hoe kan ik van toegevoegde waarde zijn voor mijn managementteam?’

Fasen in de besluitvorming
De theorie over ethiek en het model van Van Es werden leerzaam gevonden. Maar hoe het model communicatieadviseurs kan helpen, was voor de leesclubdeelnemers nog een grote vraag. Het is overzichtelijk maar wel erg omvangrijk met al zijn deelmodellen die hij ook weer uitwerkt. Het vraagt tijd om het hele proces systematisch te doorlopen en waarschijnlijk heb je er een adviseur/procesbegeleider van buiten bij nodig (Van Es geeft er trainingen over. Hij heeft het model ook ontwikkeld mede op basis van ruim tweehonderd morele besluitvormingsprocessen in organisaties en professies, waarbij hij als consultant betrokken was).

De basis van het model is simpel: dat is de bekende indeling in de fasen beeldvorming, oordeelsvorming en besluitvorming. Van Es voegt hier de morele vraagstellingen aan toe. Zo hoort bij beeldvorming de vraag: ‘Wat is er moreel aan deze kwestie?’ Resultaat van de beeldvormingsfase is een voorlopige formulering van de morele kwestie. Bij oordeelsvorming gaat het om de vraag: ‘Hoe kun je er vanuit de ethiek naar kijken?’ Dat leidt dan tot een aangescherpte formulering van de morele kwestie. Bij besluitvorming wordt de vraag gesteld: ‘Waar sta ik voor in deze morele kwestie?’ Het gesprek hierover leidt tot een moreel standpunt als besluit.
Vervolgens verdeelt Van Es iedere fase weer onder in deelstappen waar ook weer de moraliteit centraal staat. Zo onderzoek je in de beeldvormingsfase eerst de morele intuïties die ieder bij de kwestie ervaart. Dan wordt er feitelijke informatie over de kwestie verzameld en worden de stakeholders benoemd. Tot slot wordt bekeken welke waarden er in het geding zijn en in welke waardendomeinen ze zijn in te delen: het persoonlijke, professionele, organisationele of het publieke domein.
In de fase van de oordeelsvorming ga je na welke perspectieven bij dit morele vraagstuk aan de orde zijn. Van Es noemt het perspectief van de deugden (welke deugden en/of de negatieve polen daarvan herken je in de morele kwestie?), dat van de beginselen, rechten en plichten (welke beginselen liggen ten grondslag aan de kwestie?) en dat van de gevolgen (wat zijn naast de positief bedoelde gevolgen de negatieve gevolgen van de kwestie?).
Na deze grondige voorbereiding worden de beslissers in de besluitvormingsfase in staat geacht om in vrijheid en met goede argumenten een besluit te nemen. Van Es neemt daarom in deze laatste fase de perspectieven ‘verantwoordelijkheid’ en ‘identiteit’ op. De beslisser is ‘moreel verantwoordelijk’: hij is ‘verplicht’ zich te verantwoorden voor zijn handelen (los van juridische aansprakelijkheid). Je kunt de morele verantwoordelijkheid beter nemen, naarmate je je persoonlijk – vanuit je eigen identiteit – meer aan het besluit committeert.

Morele accountability
De conclusie in de leesclub was dat ‘Professionele ethiek’ van Rob van Es heel goed in deze tijd past waarin steeds meer verbindende kracht van communicatie wordt verwacht en waarin reputaties van het ene op het andere moment kunnen kelderen. Maar hoe zijn model het fundament onder het communicatievak zou kunnen zijn, daar was men niet uit. Wel vonden de deelnemers dat het model waardevol kan zijn als een instrument van sociale of morele accountability voor managers, politici, bestuurders die morele verantwoording willen afleggen tegenover stakeholders en het publiek. Maar zou het model in die betekenis niet ook iets voor communicatieadviseurs zijn?

Over Justin van Lopik

Justin van Lopik is werkzaam bij Managementboek en hoofdredacteur van Managementboek Magazine, platform voor business professionals.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden