Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Nieuws

Complot-denken is normaal

Een beetje complot-denken is tegenwoordig rationeel. Maar wanneer wordt dit denken destructief?

Ger Post | 13 december 2016 | 4-5 minuten leestijd

Complot/denken is normaal geworden. Dat was een belangrijke stelling van auteur en journalist Haro Kraak in een beschouwing in De Volkskrant. Het bekendste voorbeeld is misschien wel Trump, die in zijn race voor het witte huis strooide met complottheorieën. Zo suggereerde hij dat Obama iets te maken had met aanslag in een gayclub in Orlando, zou de vader van zijn voormalige concurrent Ted Cruz iets te maken hebben gehad met de moord op John F. Kennedy, was klimaatverandering een bedenksel uit China, leiden vaccins tot autisme, waren de verkiezingen ‘rigged’, spanden de media tegen hem samen, en zou Obama niet in de Verenigde Staten zijn geboren.

Allemaal theorieën die niet op feiten waren gebaseerd, maar die Trump wel populair maakten. Zo vertelde een hoogleraar gespecialiseerd in complottheorieën aan de VU aan de krant: 'Trump heeft zijn populariteit haast geheel te danken aan zijn complot-denken.'

Nu is het makkelijk te denken: rare jongens, die Amerikanen (of in ieder geval Trump). Maar dat is iets te makkelijk. Ook Nederlandse politici spelen de complot-kaart. Zo suggereerde een aspirant-Kamerlid van 50Plus dat het CBS sjoemelde met cijfers om de pensioenleeftijd te verhogen. En na verschillende schandalen binnen de VVD (Opstelten, Teeven, Verheijen), zei minister van Volksgezondheid Edith Schippers: ‘Er zit ergens een kracht achter.’ Uit een peiling van Maurice de Hond bleek dat de meerderheid van de VVD-stemmers dit complot-denken deelde.

In het dagelijks leven duiken er volop complotten op. De baas zou bezig zijn iemand eruit te werken, de scheidsrechter zou zijn omgekocht en meest spannende boeken – De Da Vinci Code bijvoorbeeld – gaan over samenzweringen. Oftewel, complot-denken is overal. Volgens professor Stef Aupers van de KU Leuven, die de netwerken van Nederlandse complotdenkers sociologisch onderzocht, is ‘een beetje complot-denken tegenwoordig juist rationeel. Een gezonde argwaan jegens instituties is een goed zelfverdedigingsmechanisme’.

Een beetje complot-denken kan geen kwaad. Maar, zo schrijft Kraak, ‘als die argwaan omslaat in een absoluut wantrouwen jegens alle autoriteiten, als je geen enkele officiële bron meer gelooft, is er sprake van een cynisch, feitenvrij en destructief complot-denken.’

Wat valt er te doen tegen complot-denken? Ingaan op de argumenten die deze denkers aandragen, stelt Daniel Levitin in Uit onbetrouwbare bron. Aan het eind van zijn boek over kritisch denken gaat hij in op het idee dat de maandlanding niet echt gebeurd is. Hij verzamelde verschillende argumenten van complotdenkers: ‘Er zou een vertraging van meer dan twee seconden moeten hebben gezeten in de communicatie tussen de aarde en de maan, vanwege de afstand.’ ‘De kwaliteit van de foto’s is onwaarschijnlijk hoog.’ ‘In geen enkele foto zijn sterren in de lucht te zien.’ ‘Hoe kan het dat in de foto’s de Amerikaanse vlag rimpels laat zien, alsof het wappert, terwijl het niet kan waaien op de maan.’ En een ruimtevaartmedewerker had uitgerekend dat de kans op een succesvolle maandlanding 0,0017 procent was.

‘Als je mensen wilt overtuigen dat iets niet waar is, dan is het blijkbaar heel effectief om hen simpelweg te overspoelen met de ene na de andere vraag en dan te hopen dat ze voldoende onder de indruk zijn – en overweldigd – dat ze niet de moeite nemen om naar verklaringen te zoeken,’ schrijft Levitin. ‘Maar zelfs 1000 onbeantwoorde vragen betekenen niet per se dat iets niet gebeurd is, zoals elke onderzoeker weet.’

De vragen en tegenargumenten beantwoordt Levitin vervolgens. Sommige documentaires en nieuwsitems hadden de twee seconden vertraging in de communicatie tussen de maan en aarde eruit gemonteerd. De kwaliteit van de foto’s was zo hoog omdat de astronauten een Hasselblad-camera met hoge resolutie gebruikten. Er waren geen sterren te zien omdat de meeste foto’s overdag (op de maan) waren genomen (anders waren de astronauten niet te zien geweest). Er zaten geen rimpelingen in de vlag, maar NASA had geanticipeerd op geen wind en had de vlag ondersteund met een verticaal plankje.

En de ontzettend kleine kans op een succesvolle maandlanding? ‘De bron van deze schatting blijkt uit een Rocketdyne rapport te komen uit de vijftiger jaren, toen ruimtevaarttechnologie nog in de kinderschoenen stond.’

Hoewel er nog onbeantwoorde vragen zijn, concludeert Levitin dat het meeste bewijs overweldigend wijst op een echte maandlanding. ‘Het is niet zeker, maar het is heel, heel waarschijnlijk. Als je valselijk verkregen kansberekeningen gebruikt om te claimen dat gebeurtenissen niet zijn gebeurt, moet je ook tot de conclusie komen dat mensen niet echt bestaan: er is betoogd dat de kans dat er leven op aarde zou vormen een op vele miljarden is. Zoals veel voorbeelden van complot-denken gebruikt dit de taal van wetenschap – in dit geval van waarschijnlijkheid – op een manier die die fijne taal verlaagt.’

Over Ger Post
Ger Post (1981) studeerde journalistiek en cognitieve neurowetenschappen en is nu docent brain and cognitive sciences aan de Universiteit van Amsterdam. Naast handboeken over interdisciplinair onderzoek, schrijft hij als journalist stukken over hersenonderzoek voor De Neuroloog en Managementboek Magazine.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden