In 'Team op vleugels' komen veel, misschien wel alle aspecten van het werken in teams aan de orde. In een prettige schrijfstijl behandelt Martijn Vroemen het hele scala van facetten van het werken in teams. Doordat hij veel aandacht besteedt aan de praktische kanten en niet terugschrikt voor het behandelen van de nadelen van teamwerk, is 'Team op vleugels' een nuttig handboek voor iedereen die met teamwerk te maken heeft.
Steeds meer organisaties passen het nieuwe werken toe in hun productieproces. Dat heeft voor de organisatie en voor de medewerker allerlei voordelen. Nadat de euforie van het nieuwe kantoor en de nieuwe ICT-hulpmiddelen is vervlogen, komen vragen naar boven als 'hoe gaan wij in deze nieuwe huisvesting en met deze nieuwe spullen samenwerken?'
Op dit soort vragen geeft 'Team op vleugels' antwoorden. Niet zozeer in de zin van 'zo en zo moet je het doen', maar meer in de zin 'dit en dit zijn mogelijkheden'. Dit maakt het boek prettig leesbaar en makkelijk toe te passen. Bijna onvermijdelijk in managementboeken is het model, de vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid.
Ook in 'Team op vleugels' staat een model. Het 'Karrenwiel' is het model waarin een zevental succesfactoren van geslaagde teams staan beschreven. Vroemen noemt onder andere motiverende doelen, initiatief tonen en respect voor verschillen als aspecten waarmee een team of een manager aan de slag kan gaan. Net als in het vergelijkbare 7S model van McKinsey is de gedachte achter het model dat alle factoren onderling samenhangen en allemaal bijdragen aan het vormen van een effectief team. Dit model kan een team helpen om, al dan niet ondersteund door een begeleider van buiten, de stand van zaken op te maken.
Het is een voorbeeld van de toepasbaarheid van het boek. Vroemen maakt deze toepasbaarheid nog makkelijker door veel oefeningen en vragenlijsten in 'Team op vleugels' op te nemen.
Ook prettig aan 'Team op vleugels' is het oog voor de 'donkere kant' van teamwerk. Vroemen: 'Teamwerk is een ideologie geworden. In deze ideologie worden dwang en conflictvermijding gemaskeerd met teamgeest en participatie.
Anders gezegd, we poetsen tegengestelde belangen weg en schrijven teamwerk dwingend voor'. Dat 'dwingend voorschrijven' is niet zo vreemd want in steeds meer organisaties wordt de werknemer professioneel zelfstandiger. Professionele werknemers (kenniswerkers) willen en kunnen zelfsturend zijn. Dit vraagt om een andere opstelling van het management en een andere inrichting van organisaties. Het werken in teams waarin medewerkers meer eigen verantwoordelijkheid krijgen, is daarbij de favoriete oplossing.
Daarnaast zullen organisaties ook steeds virtueler worden. Er ontstaan netwerken van mensen die op afstand samenwerken, niet gebonden aan 'dezelfde tijd, dezelfde plaats'. Hoe kunnen zulke organisaties méér zijn dan een bundel contracten?, vraagt Vroemen zich af. Het antwoord is volgens hem vertrouwen. Echt vertrouwen binnen een team is niet blind maar vraagt om leerprocessen, om duidelijke normen en waarden, om het stellen van heldere grenzen en om onderlinge verbondenheid. En - bijna paradoxaal - vertrouwen vraagt om ontmoeting.
Dus juist in de virtuele organisatie moeten ontmoetingen tussen mensen georganiseerd worden. Wat dan als fysieke organisatie overblijft, is een soort clubhuis voor 'meeting, eating and greeting'. In dit 'clubhuis' zijn ruimten gereserveerd voor activiteiten, niet voor mensen. En laat nu dat juist de kracht van het nieuwe werken zijn.