Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Naar expertniveau

Van beginner tot uitblinker van John Vollenbroek is een plezierig en sympathiek boek. De door hem verzamelde inzichten zijn te lezen als een pleidooi voor herwaardering van vakmanschap. Daarnaast doet de auteur optimistische ontdekkingen over leer- en ontwikkelingsmogelijkheden van mensen: met de juiste mentale instelling en begeleiding kan iedereen zich veel kennis en bekwaamheden eigen maken. Als managers meer rekening zouden houden met de wetmatigheden die gelden voor leren en ontwikkelen, leidt dat volgens hem tot de betere prestaties in bedrijven en organisaties.

Annegreet van Bergen | 12 oktober 2010 | 3-4 minuten leestijd

Het goede nieuws van het boek Van beginner tot uitblinker is dat mensen vaak veel meer kunnen (leren) dan ze denken. Onderzoek laat zien dat hun mentale instelling, de manier waarop ze leren en de ondersteuning die ze krijgen veel belangrijker is dan talent. Auteur John Vollenbroek borduurt onder andere voort op het werk van Carol Dweck. Deze Amerikaanse psychologe beschrijft in haar boek Mindset hoe ons gedrag wordt beïnvloed door de ideeën die we zelf hebben over onszelf en de ideeën die anderen uit onze directe omgeving over ons koesteren.

Dweck onderscheidt een statische en een dynamische mindset. De statische mindset laat zich het beste samenvatten als top of flop. Top: ik heb talent en ik kan het. Flop: ik kan het niet en elke fout is een bewijs daarvan. Daartussenin zit niets. De dynamische mindset laat meer nuances toe. Mensen denken: ik zal in elk geval wel een beetje aanleg hebben, maar alleen door inspanning en oefening zal ik beter worden; daar hoort bij dat ik fouten maak en van die fouten kan ik leren.

Het mag duidelijk zijn dat je met een dynamische mindset veel verder komt. Je voelt een minder hoge drempel om iets nieuws te willen leren. Je geeft jezelf een redelijke kans op succes. En – heel belangrijk – je laat je bij de eerste de beste tegenslag niet meteen uit het veld slaan.

Ook organisaties hebben een mindset. Als ze een statische mindset hebben, verwacht de leiding van de medewerkers dat ze geen fouten maken. Als dat wel gebeurt, zijn ze kennelijk niet competent en moeten ze worden gestraft. In zo’n organisatie zullen fouten zoveel mogelijk worden verbloemd. Heeft de organisatie een dynamische mindset dan neemt de leiding aan dat medewerkers goed zijn opgeleid, maar nog niet hun topniveau hebben bereikt. Er wordt gestreefd naar zo min mogelijk fouten, maar tegelijk weet men dat die onvermijdelijk zijn. Fouten worden ‘uitgediept’ en vervolgens in het collectieve geheugen opgeslagen om herhaling te voorkomen. Organisaties met een dynamische mindset zijn flexibeler en presteren beter dan die met een statische mindset.

Het slechte nieuws van het boek ‘Van beginner tot uitblinker’ is dat veel mensen die enigszins bedreven zijn in hun vak een veel te optimistisch beeld hebben van hun kennis en bekwaamheden. Vollenbroek gebruikt het model de gebroeders Dreyfus om vijf verschillende prestatieniveaus te onderscheiden:

1. Beginner

2. Gevorderde

3. Competent

4. Bedreven

5. Expert

Op veel terreinen blijven mensen op het gevorderdenniveau steken, terwijl ze het gevoel hebben uitermate deskundig te zijn. Wie op zijn werk op dit niveau zit, doet wat er van hem wordt gevraagd en iedereen is vaak heel tevreden over de geleverde prestaties. Dat een gevorderde zijn competentie veel hoger inschat dan die in werkelijkheid is, komt omdat hij onvoldoende ervaren is om te weten wat meer competent zijn in precies inhoudt.

Als er zich geen onverwachte dingen voordoen, heeft een gevorderde voldoende kennis en bekwaamheden in huis. Hij kan dus met een gerust hart vertrouwen op handboeken en protocollen. Bij onvoorziene bijzonderheden, zoals een storing in een productieproces, ontbreekt het de gevorderde aan voldoende impliciete kennis om adequaat te kunnen handelen.

Vollenbroek adviseert managers onder andere om aan de hand van het Dreyfusmodel het prestatieniveau van de medewerkers vast te stellen. Doorgaans is het goed genoeg dat de bulk van hen zich op het niveau van gevorderde bevindt en dat slechts een paar zich competent, bedreven of expert kunnen noemen. Maar die laatsten – echte vaklieden – moeten er wel zijn, wil een bedrijf of organisatie soepel kunnen inspelen op onverwachte situaties en ook dan goed kunnen presteren.

Over Annegreet van Bergen

Annegreet van Bergen is econoom, auteur van de bestseller Gouden jaren en journalist.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden