Ook over de onlangs afgetreden president van de Nederlansche Bank, Nout Wellink, werd vooral in dit soort termen gesproken. Na het debacle met IJslandse internetspaarbank Icesave leek het vooral te gaan om de vraag of Wellink niet de eer aan zichzelf moest houden en beter kon gaan vissen. Maar Wellink bleef, tot zijn termijn er op 1 juli 2011 op zat.
Het plezierige van het boek Wellink aan het woord van oud NRC-journalist Roel Janssen is dat het slechts zijdelings refereert aan deze roep om aftreden. Daarentegen gaat het diep in op de achterliggende problematiek met al zijn onzekerheden, duivelse dilemma’s en wettelijke bezwaren. Janssen sprak uitgebreid met de scheidende bankpresident over de zeven belangrijke financiële en monetaire thema’s van de afgelopen jaren. Aan de orde komen ABN Amro, Icesave en DSB Bank, de financiële crisis in het algemeen en de eurocrisis in het bijzonder, het toezicht via het Bazels Comité en de relatie tussen Financiën, DNB, en de op handen zijnde veranderingen in Nederlandse wetgeving.
Het boek is een knappe en heldere reconstructie van wat er op deze terreinen is gebeurd. In sneltreinvaart passeert de recente economische geschiedenis, dit keer verteld vanuit het perspectief van Wellink. Kenmerkend zijn z’n heldere, rationele analyses. Op het verwijt dat DNB ten onrechte groen licht zou hebben gegeven voor de overname van ABN Amro door drie buitenlandse banken, reageert hij op zeker moment met een nuchtere gedachteoefening. Stel DNB had in 2007 de verklaring van geen bezwaar niet afgegeven. Dan was ABN Amro op de beurs waarschijnlijk tientallen miljarden minder waard geweest. Stel bovendien dat er in 2008 er geen financiële crisis was ontstaan en dat RBS, Banco Santander en Fortis Bank wel hadden gefloreerd. Dan was er een hoop trammelant gekomen en had je DNB kunnen verwijten dat door zijn toedoen de aandeelhouders van ABN Amro grote schade was berokkend.
Wellink schetst wat er dan zou kunnen zijn gebeurd: ‘Er wordt een parlementaire onderzoekscommissie ingesteld, die tot de conclusie komt dat het anders had gekund, wederom snel vertaald in dat het anders had gemoeten.’ Wellink analyseert: ‘Mijn conclusie uit deze gedachteoefening is dat de benefit of hindsight uitermate nuttig is voor het trekken van lessen voor de toekomst, maar ongeschikt voor de beoordeling van het handelen destijds. Daarom heb je andere criteria nodig, zoals professionaliteit, kennis en zorgvuldigheid.’
Tegelijk vraag je je als lezer af hoe professioneel en zorgvuldig wereldwijd het toezicht op het bankwezen is. Zo vertelt Wellink dat begin 2007 Greenspan op een vraag van hem naar de ontwikkeling van de hypotheekmarkt in de VS zegt: ‘Subprime? De echte subprime is slechts een klein onderdeel van de totale hypotheekmarkt, een paar procent. Maak je geen zorgen.’
En: in de zomer van 2008 begon DNB zich ernstig zorgen te maken over Icesave en zocht toen contact met de toezichthouder in Groot-Brittannië, waar de IJslandse internetspaarbank eveneens miljarden aan spaargeld ophaalde. Pas twee jaar later bleek dat de Britten toen al maanden in de weer waren met de IJslanders. Wellink: ‘Het was plezierig geweest als zij, wetend dat wij hier ook een bijzonder kantoor van Icesave hadden, eerder tegen ons gezegd hadden: pas op, wij zijn al vanaf januari of februari met ze bezig en het schiet niet op, want er zijn problemen met die bank.’
Elders zegt hij dat niet hebzucht de belangrijkste oorzaak van de financiële crisis van 2008 is geweest. Wellink: ‘Maar ten diepste is de oorzaak dat we in een reusachtige golf van innovatie en globalisering terecht zijn gekomen. Dit is veel harder gegaan dan het risicomanagement van banken en de toezichthouders aankonden. Ook sneller dan wetgevers konden bijbenen.’
Nee, erg geruststellend is ‘Wellink aan het woord’ niet. Wel geeft het boek een helder inzicht in de psychologie, achtergronden en afwegingen van een bankpresident die tot het eind fier op zijn post bleef.
Over Annegreet van Bergen
Annegreet van Bergen is econoom, auteur van de bestseller Gouden jaren en journalist.