Oxford Dictonaries sloeg de spijker op de kop toen het de term 'post-truth' uitriep als woord van 2016. Dit was het jaar waarin nepnieuws een prominente plek kreeg in de publieke opinie, en waarin proteststemmen werden aangewakkerd met insinuaties, halve waarheden en regelrechte leugens. De berichtenstroom op sociale media en politiek gekleurde internetpublicaties is inmiddels overweldigend. Er gaat simpelweg te veel materiaal viraal om snel een schifting te kunnen maken tussen feiten en desinformatie.
De Amerikaanse neurowetenschapper Daniel Levitin zag het probleem al in 2001 aankomen, toen hij studenten in zijn college kritisch denken vroeg om misleidende krantenartikelen en internetberichten te verzamelen en te evalueren. In 2014, vlak voor het verschijnen van zijn bestseller Een opgeruimde geest, had de desinformatietrend zulke vormen aangenomen dat hij besloot om er een boek aan te wijden. Uit onbetrouwbare bron biedt een opsomming van (en een oplossing voor) de cognitieve misvattingen die het publieke debat kunnen verzieken.
En dat zijn er nogal wat. Selective observaties, toevallige correlaties die ten onrechte worden geïnterpreteerd als oorzaak-en-gevolg-relaties, het vergelijken van appels en peren, foutieve inkaderingen: kritisch denken blijkt waden door een mijnenveld. Misschien nog wel het meest explosief is de corrumperende invloed van statistieken, gemiddelden en andere kwantitatieve data. Levitin toont overtuigend aan dat cijfers vaak allesbehalve 'hard' zijn. Grafieken en pie charts zijn verbluffend makkelijk te manipuleren, helemaal voor de scannende internetlezer die de tijd of aandachtsspanne ontbeert om zorgvuldig te kijken. Bovendien staan zelfs statistici die te goeder trouw handelen soms bloot aan vooroordelen die hun metingen en interpretaties kunnen beïnvloeden.
Zorgelijk is ook dat al die onbetrouwbare bronnen een klimaat van wantrouwen hebben gecreëerd waarin niet alleen journalisten, maar ook wetenschappelijke conclusies met argusogen worden bekeken. 2016 was tevens het jaar waarin het onzinnige idee dat inentingen tegen onder meer mazelen autisme kunnen veroorzaken ook in Nederland weer de kop opstak. Het fabeltje werd in 1998 de wereld ingeholpen door de Britse medicus Andrew Wakefield. Wakefield was chirurg, geen epidemioloog, en zijn als wetenschappelijk gepresenteerde artikel bevatte zoveel fouten dat het hem uiteindelijk zijn medische vergunning zou kosten. De werkelijke reden dat er de afgelopen jaren meer gevallen van autisme zijn geconstateerd heeft te maken met drie factoren: een toegenomen bewustzijn onder ouders en huisartsen, waardoor een diagnose sneller gesteld wordt, een bredere definitie van wat autisme precies behelst, en het gegeven dat meer mensen op latere leeftijd kinderen krijgen.
Dat er nog steeds ouders zijn die halsstarrig weigeren om hun kind te vaccineren wijt Levitin aan maar liefst vier cognitieve misvattingen. De post hoc, ergo propter hoc-overtuiging (letterlijk: het gebeurt na dit, dus het gebeurt vanwege dit) zorgt ervoor dat ze samenhang en causaliteit met elkaar verwarren, het probleem van de illusionaire correlatie maakt dat ze zich alleen richten op de toevalligheden waarbij een kind zowel een inenting krijgt als autisme ontwikkelt, Wakefields deskundigheid als chirurg leidt tot de onterechte conclusie dat hij expert is op álle medische gebieden, en geloofsvolharding laat mensen bij hun mening blijven, ook al zeggen de data het tegenovergestelde.
Uit onbetrouwbare bron geeft daarmee een krachtige waarschuwing om feiten en fictie niet als meningen tegenover te elkaar zetten en als gelijkwaardige standpunten te bediscussiëren. Het is te hopen dat Levitins advies de talloze samenzweringstheorieën, drogredenen en ander internetlawaai kan overstemmen. Anders wordt 2017 net zo'n dramatisch nieuwsjaar als 2016.
Over Jeroen Ansink
Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.