Hoogstwaarschijnlijk ligt dat aan mij. Sta ik niet genoeg open voor concepten als de Ars Inveniendi, ben ik te weinig geÑ—nteresseerd in de ware betekenis van het woord serendipiteit (het vinden van iets waardevols, terwijl je er niet naar zocht), of gewoon te dom. Maar toch: al lezend in dit boek krijg ik wel een idee van wat de heren en hun co-auteurs ons willen vertellen.
De huidige wereld van de organisaties in Nederland is door te ver doorgevoerd managementdenken en de bijbehorende kwantificerende beheersingsmethodes een demoraliserende, gedehumaniseerde omgeving geworden. Dat punt weet Teun van Aken - in de geest van de Jaap Peters’ en Mathieu Weggemans van deze wereld - in twee van zijn bijdragen bijzonder aardig te verwoorden. En ik denk dat de auteurs mensen die in die wereld hun brood verdienen, een manier willen laten zien hoe ze uit die ‘poel van ellende’ kunnen ontsnappen.
Dat is volgens hen mogelijk als mensen op zoek durven te gaan naar wat voor hen van waarde is. Niet door doelgericht te werk te gaan - carrièreplanning is blijkbaar echt uit - maar door te ‘dwalen’. “Een bewuste activiteit, waarbij je wel degelijk iets zoekt, terwijl je weet dat je het niet zult vinden met behulp van de gewone zoekmethoden.” Aldus de auteurs.
Ze willen u en mij bevrijden. Denk ik. Of in ieder geval inspireren om onze eigen bevrijding vorm te geven en weer mens te worden in plaats van een organisatiewezen. En dat kunnen we dan waarschijnlijk doen door te vertrouwen op serendipiteit. Geloof ik.
Ik denk dat ik (en velen met mij) wat de auteurs nastreven geheel onderschrijf. Maar het had wel op een wat begrijpelijker manier kunnen worden uitgelegd.