Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Achtergrond

Uit de boeken - Trends, hypes en voorspellingen

Albert Einsten zei ooit: ‘Meer dan het verleden interesseert mij de toekomst, want daarin ben ik van plan te leven.’ Het verklaart misschien de fascinatie voor de toekomst, die we onder andere terugzien in de vele boeken die erover verschijnen, de opkomst van de trendindustrie, en de vele managementboeken en -methoden die grip op die toekomst beloven. Bertrand Weegenaar doet een greep in wat er zoal te lezen valt over dit bewogen onderwerp.

Bertrand Weegenaar | 30 augustus 2023 | 9-12 minuten leestijd

Voorspellen van de toekomst is zo oud als de mensheid. Egyptische priesters raadpleegden de sterren, de Grieken het orakel van Delphi. De Chinezen voorspelden de toekomst met I-Tjing. Belangrijke huwelijken, oorlogen en andere keuzes werden voorafgegaan door uitvoerige analyses. Dit soort onderzoek leverde de beschavingen in het Midden-Oosten een enorm inzicht in de werking van ons zonnestelsel op.

Ruim tweeduizend jaar geleden was Cicero (106 – 43 v.Chr.) al kritisch op onkundige auguren (waarzeggers) en ingewandenlezers: ‘Het is voor mij een zekerheid dat er een profetische potentie bestaat, ondanks het vele wansucces van lieden die kundig zijn en terdege afwegend divineren. Een mens kan falen; dat geldt voor elk beroep, dus ook voor de waarzegkunst. Zo kan bijvoorbeeld een onbeduidend voorval voor een duidelijk teken worden gehouden.’

Kennis van de toekomst om risico’s in te schatten en te beheersen ligt nu in de handen van trendwatchers, -spotters, - surfers en futurologen. De klanten zijn bedrijven en regeringen. En het kan ook nu verkeren. Twee jaar geleden zetten bedrijven wereldwijd in op de trend Metaverse. Een virtuele 3D-wereld, geïnspireerd op de science-fictionroman Snow Crash (1992) van Neal Stephenson. Facebooks Mark Zuckerberg zette stevig in om die Metaverse te creëren. Facebook werd gerebrand tot Meta, en bedrijven wereldwijd investeerden miljarden! Metaverse (b)lijkt vooralsnog een hype. De hype vandaag de dag is generatieve AI.

Hoe ontstaan trends?

Veel techniek begint met een idee, een gedachte, een droom, een inspiratie, een goede observatie, een noodzaak of een wens. Innovatie borduurt vaak voort op dingen die er al zijn, en knoopt die slim aan elkaar. Als het bruikbaar is en er iets concreets ontstaat, kan het groot worden.

Hoe honderden kleine ontwikkelingen samen kunnen komen in één ‘revolutionair’ product blijkt uit de ontwikkeling van de iPhone. Mobiele communicatie was al honderd jaar mogelijk, en nagenoeg alle technologieën in de iPhone waren al voorhanden. Maar dat maakt het product niet minder onderscheidend. Apple bleek in staat diverse trends samen te brengen: snel internet, goedkope mobiele netwerken, slimme kunstmatige intelligentie, chip en -batterij technologie, kleine camera’s en vormgeving. In Het almachtige apparaat, de biografie van de iPhone van Brian Merchant, ontdekt de lezer hoe oud sommige technieken al zijn. En toch noemen we de iPhone uit 2007 revolutionair.

Een korte definitie van een trend is een (geschatte) richting van een bepaalde ontwikkeling. De taak van een trendwatcher is zien wat er gebeurt en de juiste consequenties te verbinden. Het maken van een analyse, nadenken over de consequenties en daar in een bepaalde vorm advies over te geven. Het vereist naast het lezen van de (nabije) toekomst ook een goed gevoel voor (historische) ontwikkeling. Trends komen niet uit de lucht vallen. De Israëlische historicus Yuval Noah Harari ontwikkelde zich sinds zijn Een kleine geschiedenis van de mensheid via 21 lessen voor de 21ste eeuw tot dystopisch futuroloog. Zijn jongste boek is Homo Deus - Een kleine geschiedenis van de toekomst. Zijn visie voor de menselijke toekomst is een versmelting tussen mens, robot en computer.

De trendindustrie

Alvin en Heidi Toffler behoorden in de jaren ’70 en ’80 tot de grondleggers van trendwatching. Boeken als Future Shock (1970) en vooral The Third Wave (1980) en Powershift (1990) beschreven de toekomst waar we nu in leven soms gruwelijk accuraat. Ze onderkenden vroeg het belang van internet, computers en digitale communicatie, en de gevolgen daarvan voor de economie en de samenleving. Ze voorzagen een wereld met veel éénpersoonshuishoudens, een afkeer van massaconsumptie en de macht van de ‘prosumer’ (wat neerkomt op een influencer).

Rondom trends is de afgelopen decennia een industrie van goeroes, futurologen en consultancybedrijven ontstaan. Ze ontwikkelen tools, technieken en databases om bedrijven te helpen een ‘blik in de toekomst’ te werpen. Op basis daarvan kunnen strategieën ontwikkeld worden en keuzes gemaakt. Een belangrijke drijfveer voor bedrijven om hun diensten af te nemen is de angst om achter te blijven. Zie het Metaverse verhaal, en daarvoor blockchain en daarvoor 3d printen en nu…

Het begint met inzicht. Welke trends zijn er? Waar moeten we op letten? Omdat er zo veel gebeurt, is er een onderverdeling te maken. Megatrends zijn trends die ons allemaal ergens gaan raken. Microtrends hebben (misschien) invloed op kleinere groepen. In De nieuwe megatrends legt marktonderzoeker Marian Salzman aan de hand van een paar grote thema’s uit hoe de wereld er volgens haar in 2038 uit kan zien. De methode die Salzman gebruikt is trendspotten, het herkennen en begrijpen van zich ontwikkelende verschuivingen. Ze kijkt naar patronen en incidenten zoals zeelieden naar tekenen in de lucht en het water kijken. Trendspotten is een techniek die groot gemaakt is door een andere futuroloog: John Naisbitt.

Een greep uit de trends die de samenleving in 2038 vormgeven: robots en AI worden nog belangrijker, het politiek midden verdwijnt, er is veel haat, China zal zijn kans grijpen, er komt een stadsvlucht, stammen (echt en virtueel) worden belangrijk, klimaat (natuurlijk), opzichtige luxemerken verdwijnen evenals winkelcentra. De nieuwe megatrends gaat daarmee over grote thema’s, zoals klimaat, polarisatie en geopolitiek. Maar ook over brede. Denk aan veranderingen in sociale verbanden en een terugkeer naar de menselijke maat. Ook zal meer vrije tijd tot grote veranderingen leiden. Het deel Wie we zijn gaat over everyway people, genderneutraliteit, éénpersoonshuishoudens en rolpatronen. En tech, dat zit overal in!

De water-analogie zit ook in Trendsurfing, een veelomvattend boek van Bert Van Thilborgh. Trendsurfen is meer een onderzoeksmodel dan een overzicht van trends die gaan komen. Het bestaat uit een vijftal (inmiddels wel herkenbare) stappen: Waar vinden we trendinformatie? (het spotten), van trendspotten naar analyse, van analyse naar implementatie, trends indelen in de trendpiramide en trendtools voor innovatie.

Spannend voor veel mensen is natuurlijk de eerste stap. Er is zoveel om naar te kijken. Om daarbij te helpen heeft Van Thilborgh een nieuw acroniem uitgewerkt: ibsoteep. Een uitbreiding van het bekendere Destep-model. Ibsoteep staat voor identiteit, bevolking, sociaal-cultureel, omgeving, technosfeer, economie en werkgelegenheid, energie en politiek. Belangrijkste les: zoek voor een aantal van de ibsoteep-thema’s een goede bron en dan op naar de analyse!

Scenariomodellen om te duiden

Er verschijnen boeken met titels als De derde industriële revolutie (door Jeremy Rifkin), Het tweede machinetijdperk (Erik Brynjolfsson en Andrew McAfee), Society 4.0 en Democratie 4.0 (beiden van Bob de Wit). Daarin valt de volgordelijkheid op. Dat komt doordat er vaak in termen van golven wordt gesproken als het gaat over (technologische) innovaties en maatschappelijke veranderingen. Een kleine eeuw geleden ontwikkelde de Russische onderzoeker Kondratiev zijn golftheorie. Daarin beschrijft hij de relatie tussen technologische innovatie en economische voorspoed. Terwijl de ene golf van verandering op zijn hoogtepunt is, is een nieuwe golf op komst. De eerdere golf zakt dan in elkaar. De theorie is inmiddels versterkt door baanbrekend econoom Joseph Schumpeter (1883-1950) die de theorie van creatieve destructie uitwerkte. Hierin toont hij aan dat nieuwe technologieën de waarde van oude vernietigen. Dit is ook de reden dat investeerders steeds op zoek zijn naar de best next thing.

In Tomorrow’s Economy beschrijft psycholoog en econoom Per Espen Stoknes de 6de golf, die van groene technologie. We breken de fossiele economie snel af en er zijn alternatieven nodig. Zoals duurzame energie, een andere mindset rondom investeringen en maatschappelijke transformaties en politieke veranderingen. Maar, zo betoogt Stoknes, op basis van de vorige vijf golven, die ruimte komt er, want er gelden bepaalde economische wetmatigheden.

Om een beeld te krijgen van een mogelijke toekomst is in de jaren ’70 scenarioplanning ontstaan. Een scenario is een uitgewerkt beeld van de toekomst op basis van een paar uitvergrote aannames. Shell was één van de eerste bedrijven die, in de jaren ’70, profiteerde van strategische keuzes die op basis van scenario’s gemaakt konden worden. Het is nog steeds één van de meest interessante manieren om één of meerdere verhalen te vertellen. Scenariodenken wordt veel toegepast als onderdeel van strategieontwikkeling. In een aantal gevallen is het tot een soort van kunst verheven, wat mooie verhalen en beelden oplevert. Een goede inleiding biedt Scenarioplanning in de praktijk. Michiel de Vries en Jeroen Toet beschrijven daarin  de aanpak en bieden formats voor workshops.

De wereld is rond van Jo Caudron werd bekroond tot Managementboek van het Jaar 2020. Het boek bevat een dik pak uitgewerkte scenario’s over hoe de wereld er uit kan zien in 2030. Caudron laat zijn megatrends los op wonen, werk en mobiliteit. Als alles samenkomt, dan ontstaat een perfecte storm en kunnen verandering heel snel gaan.

Stefaan Vandist neemt de lezer in Pretopia via 33 inspirerende toekomstscenario’s voor duurzame ondernemers onder meer mee naar het Antwerpen van 2052. De scenario’s hebben namen als de pampermaatschappij, de ecodictatuur, de vrije val en het symbiosceen. Het scenariodenken is in dit fraai vormgegeven boek één van de technieken om grip te krijgen op een (stukje) van onze toekomst. De thema’s waar Vandist de diepte mee ingaat zijn onder meer voeding, ondernemen, urbanisatie, welzijn en empowerment.

Managen of laten gaan?

Al dit soort processen zou je kunnen managen. Tjerk Blommaert en Stephan van den Broek kiezen in Management in Singularity voor de PDCA-cyclus als basismodel. De auteurs zijn zware financials dus risicobeheersing zal hen in het bloed zitten. De snelheid van technologische innovaties is vaak exponentieel en past daarom slecht in de klassieke bedrijfseconomische modellen. Ze bouwen PDCA dan ook om naar Connect, Respond, Trust en Accelerate om enige bedrijfsmatige grip op snelle veranderingen te krijgen. De singulariteit uit de titel komt overigens nauwelijks aan bod.

Auteurs André de Waal en Julie Linthorst laten megatrends in Futurize! los op het High Performance Organisation-model. De analise in Futurize! is eigenlijk een sterkte-zwakte analyse. Welke van de megatrends gaan jouw organisatie raken en hoe kun je daarop anticiperen? De auteurs nemen 13 megatrends als uitgangspunt, waaronder de snelheid van technologische vooruitgang, duurzame werkgelegenheid, mismatch in vaardigheden en verstedelijking. Dat levert dan weer een actieplan en portfolio-analyse op. Voordeel van de methode is dat hij flink gestructureerd is en aansluit bij een duidelijke organisatie -en leiderschapsfilosofie.

Maar om de details van sommige ontwikkelingen te leren kennen is diepgaandere kennis nodig. Wat AI, of wat robotica kan doen in relatie tot werk en zorg kan uit andere literatuur gehaald worden. Bijvoorbeeld Mensen worden robots, robots worden mensen van Mike van Rijswijk geeft een state-of-the-art en zeer toegankelijk overzicht van de huidige stand van zaken.

Jan Rotmans kiest met Omarm de chaos voor een tegenovergestelde aanpak. Laat het managen los. Kies voor wendbaarheid en flexibiliteit. We zitten in een periode van grote transities, wat we merken aan de vele crisissen. Klassieke manieren om daar mee om te gaan werken niet meer. De visie op persoonlijke vaardigheden, vormen van leiderschap in dit boek is meer dan boeiend te noemen. De scenariovisie op Nederland in 2121, een bewoonde delta aan de rand van de Noordzee, met een blauw hart, is een eye-opener en een schrikbeeld tegelijkertijd.

Tot slot, nagenoeg alle auteurs, trendwatchers, futurologen bouwen, net als hun ‘vakgenoten’ duizenden jaren geleden een waarschuwing in. We weten niet alles van de toekomst. En een plotselinge gebeurtenis, een disruptie of iets dergelijks kan alle scenario’s omgooien. We zouden dit een zwarte zwaan kunnen noemen. Dus wees attent op onzekerheden en chaos. Happy forecasting.

Een greep uit de boeken in dit artikel vindt u op deze pagina.

Over Bertrand Weegenaar

Bertrand Weegenaar is als hogeschooldocent HBO-ICT werkzaam op Windesheim. Zijn voorliefde ligt bij de onderwerpen strategie, marketing, geschiedenis; biografieën en internet; e-business. 

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden