De continuïteit van de arbeidsrelatie bij aanbestedingen
Een onderzoek naar de afstemming tussen het arbeidsrecht en het aanbestedingsrecht
Gebonden Nederlands 2022 1e druk 9789013168082Samenvatting
Het Europese aanbestedingsrecht levert als onderdeel van het interne marktbeleid een belangrijke bijdrage aan een betere welvaart op Europees niveau alsook op het niveau van iedere individuele lidstaat, zo is de gedachte. Er is ook een keerzijde. Als gevolg van aanbestedingen verplaatst het werk zich vaker tussen verschillenden ondernemers, wat consequenties heeft voor de rechtspositie van de werknemers die het betreffende werk doen. Dit boek richt zich op de afstemming tussen het aanbestedingsrecht en het arbeidsrecht en gaat na of bij Europese aanbestedingen in voldoende mate recht wordt gedaan aan de op Europees en nationaal niveau gewenste continuïteit van de arbeidsrelatie.
Deel I van het boek neemt het aanbestedingsrecht als uitgangspunt en gaat in op de wijze waarop Europese aanbestedingen kunnen worden ingezet ter ondersteuning van arbeidsrechtelijke doelstellingen. Deel II draait het perspectief om en richt zich op arbeidsrechtelijke regelgeving. Nagegaan wordt in hoeverre de doelstellingen van Richtlijn 2001/23/EG inzake overgang van onderneming en Richtlijn 1999/70/EG inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd bij Europese aanbestedingen in Nederland worden verwezenlijkt. Ook komt in deel II van het boek de relevantie van cao-bepalingen die verplichten tot overname van personeel bij contractwisselingen aan bod. De combinatie van de twee perspectieven biedt relevante inzichten over de afstemming tussen het aanbestedingsrecht en het arbeidsrecht voor de praktijk.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
HOOFDSTUK 1
Inleiding / 1
1.1 Een casus uit de praktijk: aanbestedingen in de thuiszorg / 1
1.2 Theoretisch kader / 2
1.2.1 De sociale gevolgen van aanbestedingen / 2
1.2.1 De continuïteit van de arbeidsrelatie staat voorop / 4
1.2.2 Afstemming tussen het aanbestedingsrecht en het arbeidsrecht / 5
1.3 Probleemstelling en onderzoeksvragen / 8
1.4 Noodzaak en wetenschappelijke vernieuwing / 10
1.5 Onderzoeksmethoden / 11
1.6 Afbakening / 12
1.6.1 Focus op Europese aanbestedingen / 12
1.6.2 Focus op dienstverlening / 14
1.6.3 Focus op werknemers / 15
1.6.4 Sluitingsdatum onderzoek / 16
1.7 Opbouw van het onderzoek / 16
DEEL I – AANBESTEDINGSRECHTELIJK PERSPECTIEF
HOOFDSTUK 2
Het Europese aanbestedingsrecht: achtergrond, doelstellingen en toepassingsbereik / 19
2.1 Inleiding / 19
2.2 Achtergrond: de Europese historie van het (sociaal) aanbesteden / 20
2.3 Doelstellingen van het Europese aanbestedingsrecht / 24
2.3.1 Neoliberale benadering / 24
2.3.2 Interne marktbenadering / 26
2.3.3 De balans opgemaakt: Europa laat ruimte voor sociaal aanbesteden / 28
2.4 De ruime werking van het Europese aanbestedingsrecht / 31
2.4.1 Primair Unierecht: de Europese (aanbestedings)beginselen / 31
2.4.1.1 Overheidsopdrachten met een grensoverschrijdend belang / 31
2.4.1.2 Het Tecnoedi-arrest uit 2016: een nieuw toetsingskader? / 34
2.4.1.3 Buitenlandse moedervennootschap: voldoende voor het aannemen van een grensoverschrijdend belang? / 37
2.4.2 Secundair Unierecht: de Aanbestedingsrichtlijn / 38
2.4.2.1 Het begrip ‘aanbesteding’ / 38
2.4.2.2 Het verlichte regime voor overheidsopdrachten voor sociale diensten / 41
2.5 Conclusie / 44
HOOFDSTUK 3
Arbeidsrechtelijke overwegingen in een Europese aanbesteding / 47
3.1 Inleiding / 47
3.2 De naleving van ‘toepasselijke verplichtingen’ op het gebied van het arbeidsrecht / 48
3.2.1 Artikel 18 Aanbestedingsrichtlijn / 48
3.2.1.1 Doel en strekking van artikel 18 Aanbestedingsrichtlijn / 48
3.2.1.2 Duiding van ‘toepasselijke verplichtingen’ / 49
3.2.1.3 De Detacheringsrichtlijn en het regime voor langdurige detacheringen / 52
3.2.1.4 Territoriale werkingssfeer van de algemeen verbindend verklaarde cao / 54
3.2.1.5 Bepalingen van bijzonder dwingend recht (voorrangsregels) / 55
3.2.2 Nederlandse implementatie van artikel 18 Aanbestedingsrichtlijn / 58
3.2.2.1 Artikel 2.81 en 2.81a Aanbestedingswet / 58
3.2.2.2 Uitsluiting van deelnemers / 60
3.2.2.3 Afwijzing abnormaal lage inschrijvingen / 61
3.2.2.4 Onderaanneming / 63
3.2.3 Onrendabele opdracht: is een correctie achteraf mogelijk? / 65
3.2.3.1 Wijziging van de overheidsopdracht tijdens de looptijd / 65
3.2.3.2 Tussentijdse beëindiging van de overheidsopdracht / 68
3.2.3.3 Vervanging van een gefailleerde opdrachtnemer / 69
3.2.4 IAO-Verdrag 94 / 73
3.2.5 Resumé / 76
3.3 Overwegingen die verder strekken dan de ‘toepasselijke verplichtingen’ / 77
3.3.1 Nationaal perspectief op sociaal aanbesteden / 77
3.3.2 Voorbereidende fase van de aanbestedingsprocedure / 79
3.3.2.1 Het vaststellen van het voorwerp van de opdracht / 79
3.3.2.2 Looptijd van de overheidsopdracht / 80
3.3.3 Geschiktheidseisen, uitsluitingsgronden en selectiecriteria / 82
3.3.4 Uitvoeringsvoorwaarden gericht op het niveau van arbeidsvoorwaarden / 83
3.3.4.1 Het juridisch kader / 83
3.3.4.2 Rüffert, Bundesdruckerei en RegioPost: de Detacheringsrichtlijn stelt de grens / 84
3.3.4.3 Geen wettelijk plicht: maakt dat het toetsingskader anders? / 89
3.3.4.4 Nationale context: inzet van werknemers die gewoonlijk in Nederland werkzaam zijn / 90
3.3.4.5 De herziene Detacheringsrichtlijn en arbeidsvoorwaarden uit een niet-avv cao / 92
3.3.4.6 De openbare orde-exceptie uit de Detacheringsrichtlijn / 93
3.3.4.7 Enkele gedachten over de relevantie van uitvoeringsvoorwaarden in de praktijk / 94
3.3.5 Uitvoeringsvoorwaarden gericht op de overname van personeel / 94
3.3.5.1 Belemmering van de vrijheid van dienstverlening en vestiging / 94
3.3.5.2 Rechtvaardiging van de belemmering van de vrijheid van dienstverlening en vestiging / 98
3.3.6 Gunning op basis van arbeidsrechtelijke overwegingen / 105
3.3.6.1 Het juridisch kader / 105
3.3.6.2 Kostencriterium / 107
3.3.6.3 Kwalitatieve criteria / 108
3.3.7 Resumé / 113
3.4 Conclusie / 113
DEEL II – ARBEIDSRECHTELIJK PERSPECTIEF
HOOFDSTUK 4
Overgang van onderneming / 119
4.1 Inleiding / 119
4.2 Doelstellingen Richtlijn inzake overgang van onderneming / 120
4.3 De kwalificatie van de overheidsopdracht als een onderneming / 123
4.3.1 Een autonome economische eenheid / 123
4.3.2 De individuele zorgverlener: een onderneming? / 125
4.3.3 Activiteiten die tot het openbaar gezag behoren / 127
4.4 De overgang van de overheidsopdracht / 131
4.4.1 Identiteitsbehoud: holistische benadering / 131
4.4.2 Arbeidsintensieve ondernemingen / 133
4.4.2.1 De cruciale rol van de factor overname van personeel / 133
4.4.2.2 Een wezenlijk deel van het personeel / 135
4.4.2.3 Het al dan niet aanvaarden van een baanaanbod / 135
4.4.3 Niet-arbeidsintensieve ondernemingen / 137
4.4.3.1 Het verschil in benadering met arbeidsintensieve ondernemingen / 137
4.4.3.2 Geen overdracht van de voor de uitvoering relevante materiële activa / 138
4.4.4 Wijzigingen in de organisatiestructuur van de overgedragen onderneming / 143
4.4.4.1 Behoud van de functionele band / 143
4.4.4.2 De functionele band bij arbeidsintensieve ondernemingen / 146
4.4.4.3 De geïntegreerde opdracht gaat opnieuw over / 148
4.5 Het contractuele karakter van de overgang / 150
4.5.1 De overgang in twee fasen / 150
4.5.2 Onderaanneming en de vereiste contractuele betrekkingen / 151
4.5.3 Geen zicht op personeelskosten als gevolg van de overgang in twee fasen / 154
4.6 Toerekening van de werknemer aan de overheidsopdracht / 156
4.6.1 ‘Een daar werkzame werknemer’ / 156
4.6.2 Werknemer werkt voor twee of meer (overheids)opdrachten / 160
4.6.3 Ondeelbaarheid van de arbeidsovereenkomst naar nationaal recht / 162
4.7 Richtlijn inzake overgang van onderneming en de ambtenaar / 164
4.7.1 Privatisering / 164
4.7.2 Deprivatisering / 166
4.8 Hoofdelijke aansprakelijkheid / 170
4.9 Conclusie / 173
HOOFDSTUK 5
Reorganisatiemogelijkheden rondom overgang van onderneming / 175
5.1 Inleiding / 175
5.2 Ontslag rondom overgang van onderneming / 176
5.2.1 Het juridisch kader / 176
5.2.1.1 De reikwijdte van het ontslagverbod naar Europees recht / 176
5.2.1.2 De implementatie van het ontslagverbod in het Nederlandse recht / 178
5.2.2 Ontslagaanvraag vóór de overgang / 185
5.2.2.1 Opzegverbod: preventief of repressief toetsen? / 185
5.2.2.2 Het vaststellen van de redelijke grond en herplaatsingsmogelijkheden / 187
5.2.2.3 Afspiegelen over het personeelsbestand van de vervreemder / 190
5.2.2.4 De opzegging van de arbeidsovereenkomst door de vervreemder / 192
5.2.2.5 Opzegging in strijd met het opzegverbod / 193
5.2.2.6 De mogelijkheid voor de verkrijger zich in de ontslagprocedure te ‘voegen’ / 196
5.2.3 Ontslagaanvraag ná de overgang / 199
5.2.3.1 Een redelijke grond voor ontslag bij de verkrijger / 199
5.2.3.2 Behoud van anciënniteit / 201
5.2.3.3 Een zelfstandige bedrijfsvestiging / 208
5.3 Wijzigen van arbeidsvoorwaarden rondom overgang van onderneming / 209
5.3.1 Wijzigen van individuele arbeidsvoorwaarden / 209
5.3.1.1 Het Europese kader / 209
5.3.1.2 Analyse van de reikwijdte van het Europese wijzigingsverbod / 210
5.3.1.3 Wijzigingsmogelijkheden naar Nederlands recht / 213
5.3.1.4 Consequenties van een schending van het Europese wijzigingsverbod: volstaat compensatie? / 216
5.3.2 Wijzigen van collectieve arbeidsvoorwaarden / 218
5.3.2.1 Het Europese kader / 218
5.3.2.2 Implementatie in het Nederlandse recht / 219
5.3.2.3 Nederlandse nawerking in relatie tot het Europese recht / 223
5.4 Conclusie / 224
HOOFDSTUK 6
Arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd / 227
6.1 Inleiding / 227
6.2 Doelstellingen Richtlijn inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd / 228
6.3 Het toepassingsbereik van het opvolgend werkgeverschap / 230
6.3.1 Historische ontwikkeling van het opvolgend werkgeverschap / 230
6.3.2 De Wwz en het aanleidingscriterium / 234
6.3.3 Vergelijkbare arbeid / 237
6.3.4 Ambtelijke aanstelling als onderdeel van de keten / 240
6.4 Het proeftijdbeding als vreemde eend in de bijt / 241
6.5 Het opvolgend werkgeverschap en de transitievergoeding: wie draagt de last? / 243
6.5.1 Contractwisseling: doorrekenen en/of tussentijds afrekenen? / 243
6.5.1.1 Asscher-fictie: de parlementaire geschiedenis / 244
6.5.1.2 Asscher-fictie in de rechtspraak / 247
6.5.1.3 Materiële benadering: degene met de langste adem wint / 248
6.5.2 Een vermindering van de arbeidsomvang / 251
6.6 Conclusie / 253
HOOFDSTUK 7
Sectorale overnameverplichtingen / 255
7.1 Inleiding / 255
7.2 Doelstellingen sectorale overnameverplichtingen / 256
7.2.1 Wet maatschappelijke ondersteuning en Jeugdwet / 256
7.2.2 Overnameverplichtingen in cao’s / 257
7.3 Overnameverplichtingen afgezet tegen overgang van onderneming / 258
7.3.1 Formeel toepassingsbereik en ‘level playing field’ / 258
7.3.2 Geen overgang van rechtswege, maar een baanaanbod / 261
7.3.3 Geen bescherming bij ontslag tegen de dag van de contractwisseling / 262
7.3.4 Informatieverplichtingen voor de zittende aanbieder / 264
7.3.5 De uitleg van overnameverplichtingen / 264
7.4 De nauwe samenhang met overgang van onderneming / 267
7.5 Conclusie / 269
HOOFDSTUK 8
Conclusies / 271
8.1 Probleemstelling / 271
8.2 Deel I: aanbestedingsrechtelijk perspectief / 271
8.3 Deel II: arbeidsrechtrechtelijk perspectief / 274
8.4 Synthese / 279
HOOFDSTUK 9
Conclusions / 283
9.1 Problem statement / 283
9.2 Part I: procurement law perspective / 283
9.3 Part II: labour law perspective / 286
9.4 Synthesis / 290
Literatuurlijst / 293
Rechtspraakregister / 317
Trefwoordenregister / 333
Curriculum Vitae / 337
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan