Beide kanten staan bekend als de bovenstroom en de onderstroom. Managers houden zich gemiddeld 80% van hun tijd bezig met de bovenstroom, het zichtbare, het rationele. Ze houden dan maar 20% over voor de onderstroom, terwijl die juist voor een belangrijk deel de successen van de organisatie bepaalt. Managers gaan er nog steeds vanuit dat wat ze niet kunnen zien, ze ook niet kunnen sturen. Wel laten zij zich graag leiden door steeds weer nieuwe managementhypes.
In de psychotherapie kent men het ‘dodo-effect’. Het over-generaliseren van het effect van een therapie, terwijl het vaak niet uitmaakt wat men doet omdat de aanwezigheid van een therapeut al afdoende is om een positief effect te bereiken. Een therapeut die aandacht geeft, warm, respectvol en vriendelijk is en alleen hierdoor al effect sorteert, ongeacht de methode die hij gebruikt. In organisaties betekent het dodo-effect dat men succes toeschrijft aan de inzet van een therapie, analyse of methode, terwijl het eigenlijk veroorzaakt wordt door de aandacht die een manager of adviseur geeft aan de mensen binnen de organisatie. In managementland zijn veel elixerachtige benaderingen beschikbaar, maar uiteindelijk is de essentie van management- en advieswerk dat medewerkers en klanten gezien, gehoord, geaccepteerd en gewaardeerd willen worden. Dan gaat het om authentiek contact, verbinding, luisteren en vertrouwen. Vrijwel elke aanpak kan daarbij helpen en daarom is de dodo in organisatieland nog volop in leven.
Vergouw beschrijft in zijn boek een aantal irrationele gedragingen die veel voorkomen in organisaties. Mensen halen de gekste dingen uit zodra zij in hun organisatie komen. In ‘De hofhouding’ toont Vergouw de karakteristieke rollen van zonnekoningen, hofnarren, klokkenluiders en roofridders & frontsoldaten. In het tweede deel van zijn boek laat hij zien dat mensen het zichzelf en anderen verrekte lastig kunnen maken, vandaar de titel ‘Oorlog en vrede’. Deel drie behandelt ‘De onzichtbare organisatie’ waarin veel speelt maar dat we lang niet allemaal kunnen zien. Het vierde deel gaat over de onbewuste kanten van gedrag in organisaties, waarbij mensen zich vooral laten leiden door onbewuste vooroordelen.
Het boek van Gyuri Vergouw bestaat uit praktijktheorie: de ervaringen van een consultant gekoppeld aan bestaande wetenschappelijke kennis. Dat maakt de zestien gedragingen die hij beschrijft ook zo levendig en herkenbaar. Na iedere beschrijving van een gedrag volgt waartoe dat leidt in organisaties, hoe het fenomeen aan te pakken is en ten slotte enkele do’s en don’ts (mooie woordspeling op de dodo). Dit alles maakt Het dodo-effect tot een lekker leesbaar, confronterend boek dat naast de diagnose ook oplossingen biedt.
Over Nico Jong
Nico Jong is senior adviseur bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.