Het is ogenschijnlijk een futiele aanleiding voor een boek van meer dan 800 pagina’s, maar de kiem voor het boek Over wilskracht van Edwin Zasada werd enkele jaren geleden gelegd, toen hij op een dag merkte dat hij geneigd was steeds vaker de gemakkelijke weg te bewandelen. Op de parkeerplaats zette hij zijn auto zo dicht mogelijk bij de ingang neer en als zijn ruiten bevroren waren, liet hij de auto rustig even warmlopen in plaats van dat hij een krabber pakte. Tegennatuurlijk gedrag voor de nu 36-jarige oud-beroepsmilitair, die ooit gewend was aan speedmarsen en juist zo hechtte aan zelfdiscipline. Hij besloot zich in het onderwerp te gaan verdiepen, ook al omdat er tot nu toe nog niet echt een gedegen studie van is gemaakt. ‘Er zijn boeken over pure wilskracht, over doorzetten, over uitstelgedrag, over doelen halen, over doelen stellen, over goede voornemens. Maar je hebt niets wat al die onderzoeken bij elkaar brengt. Het zijn allemaal losse verhalen, er zit geen systeem in. En als je het achterliggende systeem niet begrijpt, kun je geen gebruik maken van de verschillende elementen wanneer je ze nodig hebt’, legt hij uit.
Gemakzucht
Zasada werkte jaren aan zijn onderzoek. Honderden boeken las hij, achthonderd wetenschappelijke artikelen en nog talloze andere bronnen. Zijn huis lag vol met stapels papier, keurig gerangschikt met post-its op de plekken waar hij waardevolle inzichten was tegengekomen. ‘Het schrijven was nog het minste werk, daar heb ik een jaar of anderhalf jaar over gedaan.’ Het leidde tot een alomvattende studie, die alles in zich heeft een standaardwerk te worden, niet alleen in Nederland maar ook daarbuiten. Je bent bijna geneigd om er een grap over te maken: hoeveel wilskracht heeft het gekost om dit tot een goed einde te brengen? ‘Op een gegeven moment ben ik mij in wilskracht gaan verdiepen om het terug te vinden. Deze keer niet door putten te graven en van bruggen af te springen, dat had ik bij Defensie wel gezien, maar ik wilde mijn zelfdiscipline terugvinden. De voorbeelden die ik noem zijn waargebeurd. Liever de ruitenwissers een keer extra vervangen dan in de kou mijn ruiten gaan krabben. Het probleem is: als je niet oppast, gaat dat gedrag ook op andere gebieden terugkomen. Dan kies je steeds vaker de makkelijke weg en worden de pieken en dalen gladgestreken. Je wordt gemakzuchtig. Een van de presentatoren van de podcast Scherpschutters, waar ik graag naar luister, zei: in het woord gemak zit ook het woord mak. Eigenlijk is dat de kern.’
Controleketen
De grote lijn in het boek wordt bepaald door de controleketen, de kapstok waarmee hij het systeem achter zelfcontrole, wilskracht en alle andere onderwerpen die hij behandelt in een systeem heeft ondergebracht. ‘Het is geen allesomvattend model, anders had ik niet zo veel pagina’s nodig gehad, maar deze controleketen maakt het eenvoudiger om aan te geven waar het de meeste energie kost om controle uit te oefenen op ons leven. Dat is namelijk het grootste probleem: energiemanagement. Het kost energie om zelfcontrole uit te oefenen en om je wilskracht aan te spreken. Als je uitgeput bent, geef je eerder toe aan ongewenste impulsen, zoals verleidingen of emoties. Het idee is om met die keten te laten zien dat hoe eerder je ingrijpt, hoe minder energie het kost. Als je wil afvallen en je kunt na een lange werkdag op weg naar huis een andere route dan langs de Burger King nemen, hoef je daar bijna geen energie aan te besteden. Als je al voor de deur staat, is het veel moeilijker weerstand te bieden aan de verleiding.’
De drang naar controle is een natuurlijk fenomeen, legt Zasada uit. ‘We willen een bepaalde invloed uitoefenen op ons leven en onze toekomst, dus is ons brein voortdurend op zoek naar controle. Evolutionair is dat logisch: als we meer controle kunnen uitoefenen, kunnen we onze omstandigheden verbeteren. Dat kan echter niet zonder voorspelling over de impact van de situatie of ons gedrag. Dat doet ons brein dan ook voortdurend. Zowel bewust als onbewust interpreteren we informatie om ons heen en maken we daar forecasts van. Op basis daarvan handelen we. Soms bewust, omdat we ergens over hebben nagedacht, maar vaak via de meest energiezuinige route, met onbewuste impulsen die ons in een bepaalde richting sturen.’
Eerder ingrijpen
Voor ons energieniveau is het goed als we vroeg in de keten zelfcontrole uitoefenen. Maar daar zijn we vaak niet goed in, zegt Zasada. ‘Je kunt veel energie besparen door je goed voor te bereiden, of het nu gaat over goede voornemens, het behalen van bepaalde doelen of het beheersen van negatieve emoties. Eerder ingrijpen kost een klein beetje energie, maar je bespaart veel meer. Denk aan wat er gebeurt als je ’s avonds in de kroeg staat en je twijfelt over een extra biertje. Je denkt: normaal heb ik acht uur slaap nodig, maar met vijf uurtjes red ik het ook wel. Even later neem je er nog een en denk je: met vier uurtjes red ik het ook wel. Dan overschat je je toekomstige ik, die in bed ligt en zijn ogen opendoet en moet opstaan. Het helpt om daar tevoren iets langer over na te denken. Niet als je al in de kroeg staat, maar nog dáárvoor. Wat ga ik doen als ik de verleiding voel om langer te blijven?’
Zasada is niet optimistisch over ons gedrag op dit punt. ‘De meeste mensen steken meer tijd in de voorbereiding van een vakantiereis dan in de voorbereiding op het behalen van hun belangrijkste doelen. Bij een vakantiereis bedenk je wat je gaat doen, waar je naartoe gaat, welke route je neemt, waar je overnacht, wat je meeneemt. Wat als ik een lekke band krijg? Ben ik lid van de ANWB? En bij veel van de belangrijkste doelen in ons leven beginnen we maar gewoon. Dat kost op dat moment nu eenmaal minder cognitieve energie.’
De praktische kant van emoties
Zelfbeheersing kan dus behulpzaam zijn. ‘Het is goed om van tevoren te bepalen wat belangrijk is en te plannen. Wat ga ik doen als er iets afwijkt? Wat als mijn route niet zo gaat als ik gepland heb? Plannen is een werkwoord, geen zelfstandig naamwoord. Het is geen eenmalige activiteit, maar het helpt wel om van tevoren na te denken. Als je van tevoren over mogelijke problemen of risico’s hebt bedacht, hoef je niet op het moment zelf – als je al in de stress zit of de werkdruk hoog is – die beslissing te nemen. Het helpt bij het realiseren van je doelstelling.’
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, zijn gevoelens of emoties niet noodzakelijk een probleem. ‘De meeste emoties zijn heel praktisch: ze zorgen ervoor dat een bepaald doel een waarde heeft. Zonder emoties of gevoelens heeft niets waarde, is alles waardeloos. Waarom zou je dan überhaupt nog in actie komen? Emoties moeten er zijn. Het gaat er alleen om dat ze soms niet goed passen bij wat je wil bereiken. Dan is het belangrijk dat je zelf de controle hebt, niet het gevoel of de emotie. Maar het is niet zwart wit. Je kunt emoties of gevoelens gebruiken of veranderen, waardoor zij iets voor jou doen in plaats van dat zij in de weg zitten.’
Wilskracht doseren
Toch is het boek Over wilskracht geen pleidooi om alles steeds zo goed voor te bereiden dat we helemaal geen beroep op onze wilskracht hoeven te doen. ‘Als je voortdurend alle triggers vermijdt, wordt je wereld wel heel klein. Wilskracht kan je natuurlijk helpen je grote doelen te bereiken. Maar je moet het doseren. Wilskracht uitoefenen kost de meeste energie. Het is de wrijving die je voelt als je wél voor de Burger King staat en de kracht voelt trekken om toch naar binnen te gaan. Je gebruikt dan eigenlijk cognitieve energie, die je inzet om tegen je emoties of verlangens in te gaan. Te strijden in plaats van te gebruiken. Dan ervaar je een intern conflict.’
In zijn werk als HR-manager bij supermarktketen Jan Linders let hij ook op de manier waarop mensen omgaan met de controleketen. ‘Er zijn meer aspecten die bepalen of iemand succesvol is, maar ik vind het wel belangrijk dat mensen op zoek gaan naar hun eigen, interne wrijving. Daar zit immers de groei. Ik vind het goed als mensen aan iets groters kunnen werken, ook al valt dat niet precies onder hun functie, zodat ze die interne wrijving gedoseerd opzoeken en ook kunnen groeien in hun zijn.’
Deuk voor je zelfbeeld
Echte voorbeelden had Zasada niet, toen hij aan dit immense werk begon. Ja, misschien Emotionele intelligentie van Daniel Goleman, ook zo’n boek waarin een fenomeen volledig binnenstebuiten wordt gekeerd. Zasada heeft met dit boek wel de grenzen van zijn comfortzone opgezocht én overschreden. Hij is trots dat hij het werk tot een goed einde heeft gebracht. ‘Ik heb ook veel opgestoken van alle onderzoeken die ik heb gelezen. Dingen die je bewust en onbewust gaat toepassen. De manier waarop je over je capaciteiten denkt, wordt bijvoorbeeld ook beïnvloed door wat er fout gaat. Ik heb een keer verkeerde mondkapjes besteld voor de winkels, dat kostte duizenden euro’s. Dat voelt toch als een deuk voor je zelfbeeld. Maar eigenlijk ben je binnen een minuut nadat je die fout hebt gemaakt al een ander persoon. Je hebt ervan geleerd, de fout heeft je verrijkt en volwassener gemaakt. Dat is de meest praktische les die ik heb opgedaan: als je geen fouten durft te maken, durf je ook niet te groeien.’
Over Hans van der Klis
Hans van der Klis is freelance journalist. Hij schrijft regelmatig artikelen voor Managementboek.